NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecbt.
So. 26
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
ZEGGEN EN DOEN.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE REDDER.
Zaterdag 19 Juni 1920.
49e jaargang.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlpke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephooon. 09.
ADVERTENTIE^
Van 16 regels 0.90; iedere regsl meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte.
De onmisbare voorwaarde tot
goed doen is goed weten of liever,
tot het rechte weten is nog iets
meer noodig dan verstandelijke
ontwikkeling. Wij gevoelen dit,
als wij naast de verblijdende er
varingen, waarbij menschen ons
meevallen bij persoonlijke kennis
making, die andere stellen, waarbij
wij ontdekken, hoe weinig over
eenstemming er dikwijls bestaat
tusschen zeggen en doen. Velen,
die wij alleen hoorden spreken,
maakten daardoor den indruk op
ons van inderdaad uitmuntende
menschen te zijn schijnbaar ont
brak het hun althans aan het
goed weten niet. Doch leeren wij
hun doel kennen, dan blijkt ons,
dat hun daden ons allesbehalve
ten voorbeeld kunnen strekken. Zij
weten wel goed te doen, voorzoo-
ver het verstand het onderschei
den kan, doch het rechte weten
is het niet, het is geen innig en
diep overtuigd zijn, omdat hun
het ernstig willen van het goede
ontbreekt.
Zelden staan goed en kwaad
zuiver en onvermengd tegenover
elkaar, zoodat er in de keuze tus
schen beide niet te twijfelen valt.
Dikwijls zijn zij zoo dooreen ge
ward, dat het hoogst moeilijk is,
dadelijk juist en goed te weten,
wat gedaan worden moet. Er zijn
daartoe nog andere voelhorens
noodig dan die het verstand ten
dienste staan. Zelfs bewijst een
goed gescherpt verstand hier dik
wijls grooten ondienst, daar dit
al spoedig allerlei weet te be
denken om ons te overtuigen, dat
datgene, waarin wij weinig of geen
lust hebben, ook wezenlijk in dit
geval niet het beste heeten mag.
Zal dus het weten ook te allen
tijde het rechte weten zijn, dan
moet er een ernstige en heilige
wil, dan moet er liefde voor het
goede in ons zijn. De liefde toch
ziet scherp en voelt fijn, zij heeft
meestal reeds lang ontdekt wat
goed is, eer het verstand het weet
te beredeneeren. Door haar eerst
wordt die vaste, redelijke over
tuiging geboren, welke vanzelf het
doen van het goede met zich
brengt.
Een ander soort van weten,
doch even ijdel als dat van louter
verstandelijke ontwikkeling, is de
uitspraak van gevoei en verbeel
ding, waarmede men zich gaarne
in de wereld van het goede ver
plaatst, omdat men daardoor zijn
schoonheidsgevoel, zijn kunstzin
gestreeld voelt.
Het kan wezen, dat men met het
goede dweept, het in verheven
gedichten bezingt met schijn haar
heilige geestvervoering en toch
de toepassing dier verheven predi
king op eigen leven verzuimt.
Het echte goed weten, dat goed
heeten mag, omdat het het goed
doen in zich sluit, is geen zaak
van het verstand, is geen zaak
van gevoel en verbeelding, maar
allereerst van het hart, van den wil.
Hoe dikwijls wordt dit vergeten
bij het hard vonnissen over
anderen»Ja", hoort men een
vader of een moeder uitroepen
onder het afstraffen van hun kind,
j>hij wist best, dat hij 't niet doen
mocht, ik heb 't hem dikwijls
genoeg gezegd". Alsof dat vol
doende wasHoe vaak blijkt het
niet onvoldoende zelfs voor ons,
volwassenen! Eigen zwakheid ver
goelijkend, zeggen wij vaak: »Ja,
ik wist ook eigenlijk wel beter,
doch ik heb dat toen zoo niet
ingezien". Juist, doch wij zouden
het beter hebben in gezien, zoo
onze blik niet was beneveld ge
weest door eigendunk of harts
tocht. Of wij zeggen»Ja ik wist
wel beter, maar ik heb daar toen
in 't geheel niet aan gedacht 1"
Wederom juist, doch waarom
dachten wij er niet aan? Omdat
wij het goede niet ernstig genoeg
liefhadden, daarom zagen wij op
dat oogenblik niet anders dan wat
dwaze of booze begeerlijkheid
ons voortooverde en vond de stem
van het geweten slechts doove
ooren.
Het echte weten is duurzaam,
is altijd bedenken, en dat doet de
liefde tot het goede alleen. Deze
dus moeten wij wekken bij ons
zelf en de onzen. Dit moet de
strekking zijn van onze opvoeding,
dat wij door het voorbeeld van
eigen ernstig streven allen in huis
een reinen dampkring als onmis
baar maken voor hun vrede, voor
hun gevoel van welbehagen, zoo
dat zij in geen andere lucht meer
leven kunnen.
Hoe fijner wij voelen wat goed
is, hoe juister wij weten goed te
doen, te pijnlijker wordt ons de
achterlijkheid, het tekort in het
doen van het goede, waarover
wij ons immer zullen te schamen
hebben. Hoe meer dit gevoel van
onvoldaanheid toeneemt, te ern
stiger zullen wij volharden in
waken en strijden, en, al blijven
wij ons steeds bewust het hoogste
nog niet gegrepen te hebben, toch
zal reeds het grijpen, het jagen
er naar ons gelukkig makeiv
Ernstige onlusten in Italië.
Vrijdagavond zijn er te Tnëst
ernstige onlusten uitgebroken in ver
band met bet zenden van troepen
naar Albanië. Toen men boorde, .dat
er twee schepen uit de haven naar
Albanië zouden vertrekken, trokken
een paar honderd soldaten door de
straten onder het roepen van «Weg
met den oorlog!» Weldra sloten vele
arbeiders en socialisten zicb bij de
demonstranten aan. Tal van officiereu
werden op slraat mishandeld. Her
haaldelijk klonken revolverschoten. Er
werden bommen geworpen en bet
stadhuis, alsmede andere openbare
gebouwen werden beschadigd.
Toen de soldaten uit een der ka
zernes zicb bij de demonstranten wil
den aansluiten, trachtte een ofticier
bun dit te beletten. Hij kreeg daarbij
een messteek in de borst. Den ge-
beelen nacbt bleet bet rumoerig en
eerst tegen drie uur in den volgen
den morgen slaagden de troepen er
in de orde te herstellen. Bij de on
geregeldheden werden vele personen
gewond en enkelen gedood. Zaterdag
gingen echter toch 2000 soldaten
scheep naar Albanië.
Te Milaan is een algemeene spoor
wegstaking uitgebroken. Gisteren is
daar geen enkele trein binnengekomen
of vertrokken. Het station is door de
troepen bezet. De arbeiders staakten
bier en te Crenoma, omdat ze weige
ren munitie naar Polen te vervoeren.
In Trente hielden de stakers een be
tooging. De stakers wierpen met stee-
oen naar de politie, die daarop bet
vuur op de demonstranten opende.
Een der betoogers werd gedood, vier
hunner werden gekwetst.
In den nacbt van Maandag op Dins
dag der vorige week had er een bloe
dig gevecht plaats tusschen Italiaan-
sche en Amerikaanscbe soldaten. Een
Italiaan en twee Amerikanen werden
gedood. Bovendien werd een aanlal
Amerikanen zwaar gewond.
Een staatsgreep ln Rusland.
Volgens te Stockholm ontvangen
berichten is de inwendige politieke
toestand in sowjet-regeering ernstig
geworden, als gevolg van de tijdelijke
militaire successen in Polen. De
bolsjewistische pers drukt haar vrees
voor de toekomst uit. Tenzij, zegt zij,
de werklieden hun krachten verdub
belen, wordt sowjet Rusland met den
ondergang bedreigd.
De beioering is nog toegenomen
door de moeilijkbeden met bet ver
voer der levensmiddelen en brand
stoffen voor de steden als gevolg van
de requisitie van transportmiddelen
voor militaire doeleinden. Vqjgens de
3)
Alsof hij onder hypnose was, zat
hij tegenover de dames, terwijl zij
thee dronken, welke de huismeester
handig naar het Russisch gebruik
met zoetigheden en ingemaakte vruch
ten voordiende. Zijn blikken waagden
niet die van het jonge meisje te ont
moeten, dat, veel handiger dan hij
het gesprek leidde en daarbij beur
telings hem en zijn omgeving met
hartstochtelijke teederheid be
schouwde.
Hoe is 't u eigenlijk te moede
vroeg ze eindelijk. Ik bij u op bezoek,
ik bij u
Ik geloof nog altijd, dat een
droom mij voor den gek houdt. Het
ontwaken zal bitter zijn!
Dat verhoede Godzei ze op
vasten toon in 't Russisch, zonder
zich om haar geleidster te bekom
meren ik heb in het buitenland lang
met Amerikaanschen omgegaan en
van haar geleerd. Ik heb het zoover
gebracht, dat ik mijn persoonlijke
rechten weet te handhaven. Juffrouw
JFive weet, dat ik met u een beslis
send gesprek wil voeren. Wilt ge
haar, als 't u belieft, een kamer aan
wijzen, waar ze op mij wachten kan
De Engelsche bestudeerde in den
salon achter dichtgetrokken portières
de portefeuilles met de verzamelingen,
welke hij had geërfd. Gravin Vera
zat in het kabinet van den ritmeester
tegenover hem. De eenzaamheid, dit
ongewone bij-elkander-zijn legde zich
plotseling als een zwaren last op
beiden. Men hoorde hun gejaagde
ademhaling. Hun handen bewogen
zich onrustig. Ze vermeden het hun
oogen op elkaar te vestigen, maar
eindelijk werden hun blikken als met
geweld tot elkaar getrokken en boor
den zich diep in elkander.
Vera Michailowna, fluisterde hij
en legde de hand op de oogen.
Zijn uw gevoelens voor mij de
zelfde gebleven? vroeg ze plotseling
op den toon van een gebiedster.
Ik bemin u meer dan mij zei
ven, antwoordde hij en het klonk als
een smartkreet.
Mijn ouders en ik verwachten
uw aanzoek. Wat verhindert u, mijn
hand te vragen Als door tooverkracht
daartoe gedwongen, waren beiden
gaan staan. Ademloos, sprakeloos had
hij de hand laten zinken, staarde
haar ontsteld aan. Weet ge dan niet,
dat ik uw liefde beantwoord?
Een uitroep, half gejuich, halfeen
kreet van schrik, ontsnapte aan zijn
lippen. Een stap vooruit en ze lagen
in .eikaars armen en kusten elkander
in wilden hartstocht. Kulars herstelde
zich het eerst. Hij bevrijdde zich uit
haar omarming, kuste eerbiedig de
kleine, bevende handen van het be
minde meisje en zei zacht, maar be
slist:
Ik dank u voor dit onvergete
lijk uur, het schoonste van mijn leven.
Ik zal de herinnering daaraan mee
naar Siberië nemen. Zij zal uiij een
troost en een lichtpunt blijven in
mijn voortaan eenzaam donker leven.
Ongeloovig, ontzet, staarde ze hem
aan.
Naar Siberië? Nicolaï, wat zeg
je daar? Wat beteekent dat? Ze zag
zijn gelaat bleeker en onbeweeglijker
worden.
Reeds eergisteren heb ik om
een commando aan de grens van
Manchoerije gevraagd, zei hij op
ernstigen toon, men zal het mij vol
gaarne geven. Ze hebben daarginds
mannen noodig, waarop ze vertrou
wen kunnen.
En ik? en ons geluk? vroeg ze
ontzet. Offer je onze liefde aan je
eerzucht op. Zonder het te bemerken
gebruikte ze het vertrouwelijke sjija.
Onbewust gebruikte hij het ook.
Eerzucht! riep hij op bitteren
toon. Vera, je weet niet, welk een
pijn mij deze eerzucht bereidO was
je maar nooit gekomen, had ik je
maar nooit weergezien! Als gebroken
viel hij op een stoel, liet de armen
op tafel rusten, verborg het hoofd
in de handen en barstte in een
krampachtig snikken uit.
Langzamerhand ging de aanval
voorbij. Hij richtte zich op Zijn
heete handen omvatten haar van
liëfde stralend gezicht. Met koorts-
achtigen gloed zochten zijn oogen de
hare.
Vera, zei hij vastberaden, jij,
die ik bemin als geen ander mensch
op aarde, je hebt mij met je bezoek
van vandaag een onbeschrijfelijk ge
luk, maar het mij moeilijker gemaakt,
mijn besluit ten uitvoer te brengen!
Eer ik je bekoorlijk gezicht weer
gezien, je lieve stem weer gehoord
had, had ik weg moeten zijn. Waarom
maak je mij het scheiden zoo moei
lijk? Wij kunnen nooit gelukkig
worden. Elkander nooit toehehooren
Als verpletterd bleel hij tegenover
haar zitten. Men zag, dat hij met
zichzelven in tweestrijd verkeerde.
Na eenige minuten zei hij met een
stem, die van zenuwachtigheid ruw
en dof klonk
Jij alleen op Gods wijde wereld
hebt het recht een verklaring van
mij te vorderen. Ik weiger je die niet
Vera! Je zult alles hooren en mij
gelijk geven. Ik had het recht op
geluk verloren, want aan mijn han
den kleeft bloed.
Het bloed der vijanden, der
Japanners, die tegenover je stonden,
vroeg ze eenvoudig. Onbeweeglijk zat
hij daar met de oogen naar den grond
geslagen.
De Japanners! herhaalde hij.
Zeker, ik heb er velen in een eerlijk
gevecht gedood. Mijn geweten is
daarom toch gerust gebleven, kind!
Op het gevoel van triomf, dat ik had,
wanneer ze omver tuimelden, volgde
geen ellende. Een vreemde wil be
stuurde mijn kogel. Ik ben soldaat.
Welnu dan! Verder! De jonge
gravin sloot de slanke vingers zoo
vast in elkaar, alsof ze zich daarvoor
kracht en moed wilde geven voor
hetgeen nog komen moest. Onafge
broken keek ze hem aan, ook toen
hem het geweld, waarmee de her
inneringen hem bestormden, deed
opspringen en hij nu eens met haas
tige schreden door het vertrek heen
en weer liep, dan al vertellende staan
bleef en, aan de grootste zielesmart
ten prooi, kreunde en het gelaat in
de handen verborg.
Je hebt Andrei Timofejewitsch,
onzen regiments-arts, den vriend
mijner jeugd gekend?begon hij, eerst
langzaam maar voortdurend sneller
sprekend. Je hebt hem gekend, Vera,
ernstig in zijn beroep, vroolijk en
opgewekt in het dagelijksch leven,
een man uit één stuk 1 Men noemde
ons spottend Castor en Pollux, maar
wij vatten den spotnaam op als een
hulde aan onze trouwe vriendschap,
welke van jaar tot jaar vaster werd.
De oorlog kwam. Ons regiment
bleef in de residentie, terwijl brutale
vijanden ons vaderland ver in 't Oos
ten overvielen en ons bespotten. Dat
verdroegen wij niet! Wij zetten al
onze invloedrijke kennissen aan 't
werk en werden door de gunst van
den tsaar bij den staf van den opper
bevelhebber ingedeeld. Op denzelfden
dag vertrokken wij van Tscheljabinsk.
(Wordt uervolgdj.