HIE UW
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BOBERT LEKT
KOORDFLïïfEEL
\o. 37
Zaterdag i September 1920.
49e jaargang.
Ï8RSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Onbewust leven.
FEUILLETON.
Zijn laatste kunststuk.
MODEMAGAZIJN
AMERSFOORT
Plaatselijk Nieuws.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 10 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechte Zaterdags.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 17. Telephoonn. 09.
AD VERT ENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Er zijn menschen die met droefheid
en heimwee terugzien naar die'
denkbeeldige eeuwen van onbo-
wusten heldenmoed, toen de groo-
ten en goeden hun eigen grootheid
niet beseften. Waren zij in staat
hun droom van volmaaktheid te
verwezenlijken, zij zouden de we
reld een zich onbewuste werk
zaamheid geven, en haar vervullen
met menschen, die niet weten wat
zij doen.
Zij vergeten dat het verlangen
naar een leven van onbewustheid
niets anders is dan een verzet
tegen de macht van het denken.
Denken is niet maar het in zich
dragen van gedachten, niet maar
het tooneel zijn, waarop beelden
en gewaarwordingen zich be
wegen denken is, zelf als heer-
scher gezeten te zijn te midden
van eigen denkbeelden, om deze,
óf te laten varen of ze vast te
houden of ze met elkander in
behoorlijk verband te brengen en
uit te maken, waartoe ze moeten
leiden. Denken is onafscheidelijk
van een voortdurend zich te binnen
brengen en beoordeeleri van vroe
gere zielstoestanden. Het is een
daad, waarbij wij vrij beschikken
over de voorwerpen die ons bezig
houden en er niet door worden
beheerscht. Het is een daad van
innerlijke zelfbewustheid, waarvan
de kracht hierin ligt, dat de geest
met klaarheid zichzelf rekenschap
geeft.
Nog eens, te verlangen naar
een onbewust leven beteekent zich
verzetten tegen het geweten. Want
wat is dit vermogen anders, dan,
zooals de naam aanwijst, de ken-
nis van onszelven, van de waarde
der verschillende beginselen, die
ons tot daden drijven? Zullen wij
wenschen steeds door die begin
selen gedreven te worden, terwijl
we in het duister blijven aangaande
hun waarde, zonder het lagere of
het hoogere te kunnen kiezen?
Plicht, in welken vorm ook, brengt
mede, dat de mensch meester is
van zichzelven, dat hij weet, wat
hij in zijn binnenste als hoogste
wet erkent en daarnaar zijn daden
inricht. Nqg eens: te verlangen
naar een onbewust leven is te
wenschen een onvatbaarheid voor
geloof. Want wat is geloof dan
vertrouwen in een oneindig, heilig
wezen, van wien wij ons geen
denkbeeld zouden maken, indien
ons streven zich niet verder uit
strekte dar, de werkelijkheid, in
dien wij geen vermogen hadden
om het gebrekkige in hetgeen be
staat te doorzien.
Wij kunnen moeilijk aannemen,
dat een theorie, die meebrengt,
dat het denken de plicht, de wil,
het geloof als ziekteverschijnselen
in ons wezen moeten beschouwd
worden, waarheid zou bevatten.
Al dit opgenoemde, zoowel als het
zelfbewustzijn, dat het ons doet
kennen, zijn de glorie onzer natuur
en verheffen ons boven het instinct
matige leven omdat ze ons in twee
werelden doen verkeeren. Dit zelf
bewustzijn, dat de waarde en de
kracht onzer persoonlijkheid uit
maakt, kan echter ook blijken
onze zwakheid en onze schande
te zijn. Het eigenaardig vermogen
in den mensch, om zichzelf als
het ware te overzien, onderstelt
natuurlijk hetgeen, er uit volgt,
zichzelf te kunnen leiden. Waartoe
Vader Basilius was vroeger honden
scheerder geweest; dat is een mooi
vak, heelemaal niet onaangenaam.
Basilius bad zijn beroep zoo lief, dat
hij er een kunstvak van had ge
maakt, Elke bond, welken hij onder
handen bad gehad, vormde den trots
van eigenaresse of eigenaar. Ge
woonlijk verrichtte hij elke operatie
in twee bedrijven: eerst gaf hij de
groote lijnen aan. Dan liet bij den
hond los en deze, verheugd over zijn
vrijheid, dartelde luid blaffend in 't
rond. Dat was voor vader Basilius
het groote moment. Dan kruiste bij
zijn armen over elkander, boog het
hoofd en nam de houding van een
schilder aan, die zijn voorloopige
schepping bestudeert.
Vervolgens lokte bij het vrijge
laten beest handig tot zich en be
gon aan het afwerken van de details.
Het liefst schoor bij poedels, daar
was eer aan te behalen, verzekerde
hij op kennerstoon. De bondenscbeer-
der had een groote reputatie en
kende dagen van welvaart. Eenmaal
kon hij zich zelfs de weelde veroor-
looveri, acht dagen op een badplaats
door te brengen. En toen bij terug
kwam bad hij nog geld over om
zich een paar fraaie, bruine schoenen
aan te schaffen. De geschiedenis leert,
dat de Voorzienigheid aan heel wat
groote mannen, wanneer zij op het
hoogtepunt van bun roem gekomen
zijn, haar rug plotseling toekeert. Het
ongeluk begon voor vader Basilius
in zijn eigen wereldje, dat der ge
schoren bonden.
Want de mode begon voor te
schrijven, dat alle bonden in een zoo
dik mogelijke vacht moesten rondloo-
pen. De oorlog was uitgebroken en
er braken voor Basilius moeilijke dagen
aan. Hij moest zelfs trachten met
lorrenzoeken een paar centjes te
verdienen. En toen eindelijk de wapen
stilstand gesloten was, stond hij hier
en daar op den hoek van een straat
met een verplaatsbaar stalletje, om
allerlei kramerijen aan den man te
brengen. Hooge nood en hulp zijn
echter dikwijls vlak in eikaars nabij
heid de eigenaresse van het woninkje,
hem zijn plaats aan te wijzen, dan
alleen opdat hij zijn eigen weg
kieze? Indien de richting van zijn
leven toch voor hem en niet door
hem kan worden beslist, waartoe
hem dan niet als andere schep
selen. tot een onbewust bestaan
gedoemd? Een wezen dat geheel
afhankelijk is van machten buiten
zich, dat heen en weer gedreven
wordt door wetten die zich aan
hem opdringen, zou geen voordeel
hoegenaamd kunnen hebben van
de gave der zelfkennis. Indien de
planeet, naar vaste wetten, door
een bepaald mechanisme voortge
dreven, haar eigen geschiedenis
kon leeren kennen, het zou haar
geen haarbreed verder brengen
op haar baan. Indien de boom zijn
eigen samenstel kon bestudeeren,
daardoor zou zijn groei niet krach
tiger zijn vrucht niet overvloedi
ger worden. Indien het dier zijn
eigen instinct kon nagaan, het zou
hem geen nieuwe functies leeren,
noch iets tot zijn geluk toebrengen.
En indien de mensch kan naden
ken over zijn eigen innerlijk leven,
het is omdat hij niet is als de
planeet, de boom, het dier, alleen
het tooneel, waarop de krachten
zich vertoonen, maar omdat hij
een kracht heeft in zichzelven, die
in bijzonder mooie kleuren.
dat Basilius en zijn vrouw bewoonden
kweet bun alle huur vrij van de
afgeloopen oorlogsmaanden. Deze
mededeelirig had den ouden bonden-
scheerder tot tranen toe bewogen.
Persoonlijk ging hij aan zijn weldoen
ster zijn dank overbrengen.
Zij ontving hem in haar kleinen
salon. Basilius smeekte haar, dat hij
haar een tegendienst zou mogen be
wijzen. Maar zij wees zijn aanbod
vriendelijk af, zeggende
Die maatregel is mij door mijn
geweten ingegeven, gij behoeft mij
niet te bedanken.
Plotseling bemerkte Basilius een
klein hondje, dat, opgerold als een
kluwen, op een fauiteuil lag te slapen.
Mevrouw sprak hij, gij hebt daar
een hond, die de moeite waard is'te
worden geschoren. Ik ben niet meer,
wat ik vroeger was. Maar ik ben nog
een artiest in mijn vak. Vertrouw mij
uw bond maar gerust toe en gij zult
eens zien
De meesteres van het dier sprong
van haar stoel op als geëlectiiseerd.
Mijnheer, bedenk dat Fifi een
bekroond dier is. Hij heeft op ten
toonstellingen de vier groote medailles
hem doet handelen, in denzelfden
zin als de Schepper handelt in het
heelal.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot
ridder der orde van den Nederl. Leeuw
generaal-majoor M. D. A. Forbes Wels,
commandant van de IVe divisie; is
benoemd tot officier in de orde van
Oranje-Nassau (met de zwaarden)
kolonel F. L S. Nedermeijer ridder
van Rosenthal, commandant van het
le Reg. huzaren. Is de eere-medaille
der orde van Oranje-Nassau in zilver
toegekend aan H. H. J. van der Vlugt,
adj. onderofl. standaarddrager van het
le regiment huzaren, aan de adj.
onderofl. hoefsmid instructeur J. H.
Scholten van de Rij- en Hoefsmid-
school, aan den hoofdbesteller van het
post- en telegraafkantoor J. van Win
terswijk en in brons aan den smid
bankwerker H. Bekker, 40 jaar in
dienst bij de firma A. E. Blok.
Het oranjezonnetje heeft ons den
31e Augustus leelijk in den steek
gelateD. Maar des al niet te min is
er volop feest gevierd en vermocht
de aanhoudende regen de feestvreugde
niet te verstoren.
Hoe drassig het feestterrein ook was
er werd duchtig en luchtig op los
gedanst. Evenals het feestterrein was
ook de stad in vlaggentooi. De wed
strijden liepen vlot van stapel en ais
altijd: niest, best" was het vuurwerk
ditmaal bijzonder mooi. Er heerschte
den gebeelen dag een prettige drukte
langs de straten eu voorzoover wij
weten werd de orde geen oogenblik
versloord.
Men schrijft aan het «Amersf.
Dagbl.c
De door de Oranjevereeniging op
Koninginnedag georganiseerde sport
wedstrijden, troffen het niet bijster
met bet weer. Een trieste dag zonder
behaald, welke gij daar aan den muur
ziet hangen
Maar Basilius glimlachte met iets
van superioriteit in zijn geheele wezen
en zeide
Ik ben met alle mogelijke ras
honden bijzonder vertrouwd.
Mevrouw sputterde nogeenigen lijd
tegen, maar accepteerde tenslotte. En
Basilius vertrok met den van louter
verbazing stommen boud. Thuis haalde
hij al het oude gereedschap voor den
dag en zoodra hij aan het werk was
getogen, bleek hij de kunst nog niet
verleerd. Het achterlijf van Fifi werd
zoo glad als een aal geschoren, aan
den staart bengelde een sierlijke pluim
en op zijn kop verscheen een soort
pruikje, dat Basilius versierde met
een hemelsblauw strikje.
Triomfantelijk bracht hij Fifi naar
zijn meesteres terug en zette hem
voorzichtig op zijo pootjes neer.
Echter, de mevrouw had een beweging
van verbazing en verontwaardiging
tevens, niet kunnen onderdrukken:
baar viermaal bekroonde bond was
in een belachelijk leeuwije veranderd
en het beestje keek haar zóó treurig
aan, dat zij ernstig medelijden ermee
het traditioneels oranjezonnetje. Des
niettemin is er goede sport te genie
ten geweest en werd het lijvige pro
gramma, dank zij de góede leiding
van den kamprechter den heer Ka-
terberg, vlot afgewerkt.
De 100 M. bardloopen was voor
W. W. «Excelsior®, een oude rot uit
de athletiek-wereldHuiszoon even
eens aaD «Excelsior® was goede tweede
verder plaatsten zich 3. van Buitenen
«E.M.M.A.®; 4 Schouten «A'foortsch
Boys», 5 Roozendaal »E. M. M. A.«
Op de 110 M. hindernisbaan wist
Huiszoon «Excelsior® den besten tijd
te maken, gevolgd door 2 Borger,
3 Koelman «Excelsior®, 4 C. Koeslag;
5 Sergt.-maj. Hoogland «E. M. M.A.«
Groote belangstelling was er voorts
voor het nummer wielrijden met hin
dernissen gewonnen door G. J. Koeslag
2 E. v. d. Hoek; 3 J. Dunk; 4 J. C.
van der Hoek5 C. Koeslag, terwijl
hieraan ook werd deelgenomen door
2 dames, Mej. Kueit en Mej. Flos,
die respectievelijk nog een eerste en
tweede damesprijs in ontvangst kon
den nemen.
Het estafettenummer bracht de
bekende estafetteploegen van «Excel
sior® en «E. M. M.A.® aan den start,
welke laatste zeer gehandicapt was
door het niet meeloopen van Lt. van
Viersen en de 3e prijswinnaar op de
100 M. van Buitenen, die beide door
een enkelblessuur verhinderd waren
uit te komen.
Verder werd nog aan dit nummer
deelgenomen door de ploegen «Excel
sior II«, C. V. V. en Wilholmina. De
volgorde van aaukomst was:
1 «Excelsior® (W. W. Huiszoon,
Dijkhuizen eD Beier).
2 «E. M M. A.« (Hoogland, Kater-
berg, Roozendaal en de Jager).
3 «Excelsior II®, die eveneens be
slag legde op den le extra prijs voor
de best geplaatste ploeg, bestaande
uit deelnemers onder 18 jaar, uitge
loofd door den heer Grootendorst.
4 C.V.V. die tevens den 2e Juniores-
prijs won, uitgeloofd door den heer
W. W.
kreeg. Het slot van de apotheose was,
dat Fifi de vlucht nam onder de
canapé, als om te toonen, hoe ver
legen hij was met zijn figuur. De
weldoenster wendde zich toen boos
tot Basilius en verweet hem
Mijnheer, u verstaat al heel
slecht de kunst, aan u bewezen diensten
te vergelden. Ik zal het onthouden.
Over hetgeen ik u gezegd heb van
die hunr, moet ik mij nog eens be
denken
Vader Basilius strompelde verslagen,
langzaam achteruit, zijri pet tusschen
zijn bevonden vingers ronddraaiend.
Buiten rilde hij in den motregen en
aan zijn hart knaagde het verdriet
van den ouden artiest, wiens geest
nog vaardig en wiens hand nog be
kwaam is. Maar jegens wiens kunst
de publike smaak zich heeft gewijzigd,
waartegenover hij zich. op gevorderden
leeftijd machteloos gevoelt. Hij was
het zich ten slotte helder bewust
geworden hij had afgedaan: het scheren
van Fifi was zijn laatste kunststuk
geweest.