BESLISSING. <v° 4. De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van de door de Raadscommissie ingezonden ontwerp-overeenkomst aan te gaan met de te Soest te vestigen H.V.Centrale Slacht plaats. Spreker deelt mede, dat hemde regeling der verhou ding tusschen de gemeente en de H.V.als omschreven in het ontwerp niet voldoende voorkomt. Hij heeft voor zich zelf een ontwerp-overeenkomst ontworpen. Hij acht in het aange boden ontwerp-overeenkomst de bepaling van art.7 omtrent den veertigjarigen tijdsduur der overeenkomst voor de ge meente niet aannemelijk. Hij acht de Slagervereeniging te Soest niet eene onderneming waarmede de gemeente voor zoo'n langen duur eene verbintenis kan aangaan. De wet houders verklaren den tijdsduur te willen vastgesteld zien op 29 jaren, den zelfden tijd waarvoor ook de N.V. is op gericht. Ook dezen termijn acht de Voorzitter nog vrij lang. Het tegenwoordige gemeentebestuur bindt wel zeer lang vol gende gemeentebesturen met een particuliere exploitatie van het slachthuis. Door de wethouders wordt er op gewezen dat dit een beginsel is door den Raad uitgesproken. De Voorzitter zegt daarmede niet eens te zijn geweest en nog niet eens te zijn.Verder komt den Voorzitter de verplichte overname bij liquidatie zeker niet aannemelijk voor. De gemeente kan z.i. niet verplicht worden tot overname, /el kan het recht of de bevoegdheid gegeven worden tot overname. Volgens wethouder Endendijk valt dan de zekerheid van de geldschieters van de ÏT.V», waarop de Voorzitter antwoordt dat de gemeente met de interne finantieele aangelegenheden van de Vereeniging niet veel te maken heeft. De gemeente geeft aan de Vereeniging het recht tot alleen slachting in de gemeente. Hoe het be drijf tot stand komt, kan de gemeente onverschillig zijn, ali leen als het bedrijf niet goed gaat, moet de gemeente kunnen ingrijpen. Juist doordat de gemeente de slachting heeft ge centraliseerd in handen van de Vereeniging, moet de gemeente kunnen ingrijpen, wanneer die slachting niet behoorlijk fun- ctionneert. 't Is een gemeentebelang geworden dat de gecen traliseerde slachting ongestoord geschiedt. Hij heeft daarom voor zich ook zulk eene bepaling geconcipieerd. Met deze laatste zienswijze kan dat wethouder Hoenders zich wel vereenigen, doch de meening omtrent het onaanneme lijke van de verplichting tot overname bij liquidatie,deelen de wethouders niet. Verder acht de Voorzitter het zitting nemen van 3 door den Raad benoemde personen in den Raad van commissarissen niet noodig. De wethouders deelen mede dat de statuten der vereeniging zulks ook vermelden. Verder acht de Voorzitter de vaststelling van de waarde der overname in de concept-overeen komst niet juist, vooral niet dat als minimpm zal gelden het op dat tijdstip bestaande hypotheekbedrag, vermeerderd met het bedrag van het bankcrediet (maximaal f 15«000,-). Het komt aan op de werkelijke waarde der goederen en machinerieën op het tijdstip der overname, op de verschillende goederen moet jaar lijks afgeschreven worden. Hij heeft dan ook een andere bere kening gemaakt.In elk geval zal de 3e alinea van art.9 zelf standig voorgeschreven moeten worden. Hu komt de bepaling dat het verleenen van hypotheek of hypotheken of het opnemen van bankcrediet niet mag geschieden anders dan met toestemming van Burgemeester en Wethouders voor slechts in verband met het Vermelding indien van hei uitgegane stuk geen minuut is gehouden. Aanduiding van het dossier waarin het stuk of de zaak is geregistreerd gewor den met vermelding zoo noodig van het volgnummer in het omslag. AANMERKINGEN. <V>,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1928 | | pagina 790