- 2 -
worden.
De heer van Olst wijst er nog op dat de heer Versluijs niet
de noodzakelijkheid inzag om den zij-topgevel waterdicht te ma
ken door behandeling met een vochtwerend preparaat. Toch komt
dienaangaande een bepaling voer in het bestek, zoodat deze ge
voegelijk kan vervallen.
De Voorzitter verzoekt den heer van Olst schriftelijk te
bevestigen de wijzigingen, welke men in het bestek wil aange
bracht zien.
Ie heer van Olst deelt hierna mede, dat de Minister in
zijn schrijven nog een punt heeft aangeroerd, n.1. het toezicht.
Is te dezer zake al een regeling getroffen? Met den heer Ver-
sluijs is besproken, dat het toezicht op de goedkoopste manier
zou plaats hebben. Laatstgenoemde heeft gezegd, dat het hier
eenvoudig werk betreft. Daarom vraagt Spreker zich af of het
stichtingsbestuur zelf niet het toezicht kan uitoefenen onder
oppertoezicht van B.en W. Spreker heeft hier zelf ook wel kijk
op, terwijl voorts toezicht kan worden uitgeoefend door den
plaatselijken vertegenwoordiger der stichting, die ook op de
hoogte is met dergelijk? werkzaamheden. Spreker wil dus het da-
gelijksch toezicht aan de stichting houden onder oppertoezicht
der gemeente. Wanneer de heer Dorlas alle dagen bij dit een
voudige werk zou staan, wordt dat veel te duur.
Wethouder de Bruijn merkt op dat een goede controle noodi
is. Den Haag wenscht zulks ook. De heer ^orlas wil het toe
zicht uitoefenen tegen belooning van /.J0,= per week, hetgeen
zeker niet te veel is.
De heer van Olst zegt dat dit de stichting dan toch
/.600,= zal kosten, waarbij dan nog komt /.400,= als betaling
vcor reeds verricht werk, alzoo /.1000,= in totaal.
Wethouder de Bruijn wil zich toch houden aan een goed toe
zicht vanwege de gemeente. Aanneming van den heer Dorlas acht
Spreker de goedkoopste oplossing. Wanneer men een technisch
ambtenaar der gemeente toezicht laat uitoefenen, zal zulks
veel meer kosten.
De heer van Olst zegt dat dit eenvoudige werk z.i. niet
wettigt de tewerkstelling van een opzichter, die 0,= per
week moet verdienen. Spreker acht een opzichter voor het hou
den van toezicht voor een paar maal per dag voldoende.
Wethouder de Bruijn merkt op dat een gced toezicht nimmer
te duur is. Het Rijk verlangt ook een scherp toezicht.
De heer van Olst zegt, dat wanneer vanwege de stich
ting rechtstreeks toezicht wordt gehouden, dit niet nv~er zal
behoeven te kosten dan 200,=. Spreker geeft ce verzekering
dat het toezicht alsdan ook goed zal zijn, terwijl voor de stich
ting een besparing van kosten zal worden verkregen.
Wethouder Gasille zegt dat hij veel voor dit idee voelt.
Aanneming van eer anderen opzichter dan door de stichting be
doeld, wordt wel wat te bezwaarlijk.
De heer van Olst betoogt nogmaals de opzichter der
stichting dit werk zeer goed kan doen onder controle van ge
meentewerken
Wethouder de Bruijn zegt dat B.en W. deze zaak nader onder
ocgen zullen zien.
De heer Vaatstra merkt ook nog eens op dat het hier vol
gens medeaeeling van den heer Versluijs, eenvoudig werk betreft*
Het zou zonde zijn om een deskundig opzichter aan te stellen,
daar