30 Juli 1952
De VOORZITTER zegt, dat in de verordening niets staat
over een voorzitter en z.i. heeft de Raad niet de bevoegdheid
een der leden tot voorzitter aan te wijzen. Het is mogelijk,
dat de Raad een informele suggestie doet, maar dit is toch
een figuur de Raad onwaardig. De Raad benoemd iemand tot
voorzitter q.q., maar gaat niet een commissie vragen een bepaald
lid daarvan tot voorzitter te benoemen. Dit zou de commissie
voor een zeer grote moeilijkheid plaatsen. Indien zij het door
de Raad gesuggereerde lid niet de aangewezen man voor voor
zitter acht, moet zij de suggestie van de Raad naast zich
neerleggen, waardoor het aanzien van de Raad schade zou lijden,
of tegen haar overtuiging in een voorzitter benoemen. De Raad
benoemt de voorzitter of laat het aan de commissie over, maar
een tussenfiguur acht spreker niet gewenst.
De heer A,P. HILHORST wijst er op, dat er behalve moei
lijkheden met huizen ook moeilijkheden met grond kunnen zijn.
Z.i. is het wenselijk voor ieder individueel geval een
commissie te benoemen. De gemeente moet voor zichzelf uitmaken
of zij in de commissie vaste mensen wil benoemen, maar de
eigenaren moeten zich het recht voorbehouden hun eigen mensen
te benoemen, die zij in een bepaald geval daarvoor het meest
aangewezen achten.
De wethouder VAN ZADELHCFF zegt, dat er twee commissies
zullen komen: een met het oog op huizen en een met het oog op
landerijen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
B. en W.aangevuld overeenkomstig het advies van de
Commissie Grondbedrijf en Uitbreidingsplannen, aangenomen.
81 Vaststelling van enige wijzigingen in de Tekening en in de
Bebouwingsvoorschriften, behorende tot het bij Raadsbesluit van
11 September 1951 vastgestelde Uitbreidingsplan voor het indus
trieterrein nabij 't Hart (1-867).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
82. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning van
Weedestraat 25-25b (1-160).
De heer SCHAAFSMA gaat met het voorstel volkomen accoord,
maar vraagt of de Voorzitter enige inlichtingen kan verstrek
ken over de consequenties, welke eruit voortvloeien. Er komt
een bord op met "onbewoonbaar verklaarde woning", maar hoe
lang blijft dat er op zitten? Heeft men naar aanleiding van dit
voorstel ook plannen ten opzichte van het perceel?
De VOORZITTER zegt, dat het perceel na de onbewoonbaar
verklaring binnen zes maanden moet worden ontruimd. Indien dit
onmogelijk is kan de termijn worden verlengd. Daarna blijft het
bord er op staan en het blijft verboden het perceel opnieuw
te betrekken. Wat er verder mede gebeurt, is een kwestie van
de eigenaar, die er bij voorbeeld een fietsenstalling van kan
maken
De heer SCHAAFSMA: Het behoorde toch afgebroken te worden?
De VOORZITTER: Ja, maar dat staat niet in de wet.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
83. Voorstel tot beschikbaarstelling van een crediet voor aan
schaffing van leermiddelen en schoolmeubelen voor de O.L.S.
te Soesterberg I—167)-