14 November 1952 100.
De VOORZITTER verzoekt de heren Dorresteijn en A.P.
Hilhorst met hem het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 19 maal 5 stemmen, waarvan 2 blanco
en voorts 19 stemmen op de heer A.W.Kooman, mevrouw M.H.
Meurer-van Eijk en de heer H. Swart; en 18 stemmen op me
vrouw S,M.Polet-Musler en de heer JDLZoeteliefzodat
de heer Kooman, mevrouw Meurer-van Eijk, mevrouw Polet-
Musler, de heer Swart en de heer Zoetelief allen zijn her
benoemd
153. Benoeming van een plaatsvervangend lid der Schoonheids
commissie ingaande 1 Januari 1953. (1-198).
Uitgebracht worden 19 stemmen, waarvan 12 op de heer
H.A.Pothoven en 7 op de heer ECFalkenburg, zodat de heer
Pothoven is benoemd.
De VOORZITTER dankt de heren Dorresteijn en A.P .Hil
horst voor de genomen moeite en spreekt voorts zijn grote
waardering uit voor het werk, dat in het afgelopen jaar is
verricht door de commissie bedoeld in artikel 8 der Woon-
ruimtewet 1947.
Alle leden van de Raad weten, dat dit lang geen ge
makkelijk werk is, maar de samenwerking tussen de leden van
de commissie is van allerprettigste aard. Bovendien heeft
de commissie met grote toewijding en grote zorg de zeer
moeilijke gevallen, die aan haar oo.rdeel werden onderworpen,
onderzocht, terwijl zij steeds heeft geprobeerd zo actief mo
gelijk te zijn bij het oplossen van de verschillende problemen.
Mevrouw POLET-Musler dankt de Burgemeester namens de
commissie voor deze woorden. Het hoogste compliment heeft
de commissie van een der "slachtoffers" gekregen, die zeide:
Ik heb er zo ontzettend tegen opgezien en ik vind het hier
zo gezellig.
De VOORZITTER: Dank U!
134. Voorstel tot verlening van een subsidie over 1952 aan het
bestuur van de Ned.Herv. Wijkverpleging te Soest. (III-197).
135. Voorstel tot verlening van machtiging aan B. en W. voor het
opnemen en beleggen van kasgelden in 1953. (IV-206)
1360 Voorstel tot het aangaan van een drietal geldleningen:
a. ad 220.000,— (IV-202)
b. ad 400.000,— (IV-208).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de volgnummers 134, 135, 136 a en b besloten.
c. ad/. 40.000,(IV-209)
De heer KRUYFP merkt op, dat aan de opbrengst van deze
lening een nadere bestemming zal worden gegeven en vraagt,
of de verbetering van de spoorovergang Soestduinen, die is
uitgesteld, omdat er geen geld voor beschikbaar was, mis
schien uit deze opbrengst kan worden bekostigd.
De VOORZITTER zegt, dat dit waarschijnlijk niet nodig is,
omdat deze spoorwegovergang naar alle waarschijnlijkheid zal wor den
verbeterd buiten bezwaar van de gemeentekas.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
- 137. -