28 November 1952 -
105 o
in orde was. Toen dit niet het geval bleek te zijn, is hem aan
gezegd, dat hij vergunning moest aanvragen.
De heer VAN WELY zégt, dat het bedrijf gedurende zeven jaar
na de oorlog is uitgeoefend zonder*dat de gemeente er achter is
gekomen.
De VOORZITTER zegt, dat nagegaan zou kunnen worden ten aan
zien van alle bedrijven hoe het staat met de hinderwetvergunning.
De heer KRUYFF zegt, dat zulke bedrijfjes meestal zeer in
het klein beginnen, zodat alle huizen gecontroleerd zouden
moeten worden, hetgeen hem erg moeilijk lijkt.
De VOORZITTER zegt, dat het in het klein beginnen waar
schijnlijk kan verklaren, waardoor er zonder vergunning is ge
werkt. In ieder geval zal het dienstig zijn bij de bedrijven van
enige omvang te controleren of een hinderwetvergunning is ver
leend
De heer R. HILHORST zegt, dat wanneer het bedrijf zeven jaar
heeft kunnen draaien zonder dat er klachten zijn gekomen, er geen
hinder zal zijn veroorzaakt, want dan zouden er zeker wel klach
ten zijn gekomen.
De VOORZITTER zegt, dat B&W daaraan de vrijheid hebben ont
leend de Raad ontheffing voor te stellen, want het betekent niet,
dat zo'n bedrijf geen vergunning nodig heeft.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
139. b. J.J. Abbel te Soest om ontheffing van het bepaalde in de ver
ordening ex art. 4, 1e lid, 2e der Hinderwet, ten behoeve van
de onrichting van een ijzergieterij in de kom der gemeente.
(1-216)
140.- Voorstel tot verdaging van de beslissing op het ontwerp-uit-
breidingsplan in onderdelen "Lazarusberg"(1-205).
Deze beide voorstellen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
141. Voorstel tot verlenging van de termijn van ontruiming der onbe
woonbaar verklaarde woning Nieuwstraat 32. (1-212).
Mevrouw BUNGENER-Odinot verklaart zich absoluut tegen dit
voorstel. Het is iets verschrikkelijks in dat huis. De omstan
digheden, waaronder een jongen van veertien jaar er moet slapen,
zijn met het oog op zijn gezondheid zodanig, dat spreekster tegen
dit voorstel moet opkomen. Wanneer de termijn wordt verlengd,
komt het gezin er nooit weg. Een onbewoonbaar verklaarde woning
behoorde onmiddellijk te worden ontruimd. Op 1 Mei zou deze
mensen reeds door mevrouw Polet zijn gezegd, dat zij een nieuw
huis krijgen. Spreekster zegt daarentegen steeds tot de mensen;
Ik kan U niets beloven, maar dringt U er mede op aan, dat bij de
Regering wordt aangedrongen op verhoging van het bouwvolume.
Spreekster vraagt, of hier geen oplossing mogelijk is met
behulp van de resultaten van de enquête van verleden jaar. Zij
had willen voorstellen het huis af te breken en het op de be
staande fundering weer op te bouv/en met rijkssubsidie, maar deze
fundering is zo slecht, dat het niet gaat en bij het leggen van
een nieuwe fundering kost het wel bouwvolume.
- Mevrouw -