-- 22 December 1952 139.
definitieve oplossing te maken.
B&W hopen zeer, dat de jeugdnatuurwacht er toe zal bijdra
gen, dat de parken meer worden ontzien. Over de medewerking van
de onderwijzers hebben B&W niet te klagen, zoals is gebleken bij
de oprichting van de jeugdnatuurwachtdie van de scholen is
uitgegaan. Deze jeugdnatuurwacht is zowel voor de jeugd als voor
de onderwijskrachten een stimulans om aandacht te besteden aan
de bescherming van de natuur en de plantsoenen. Het bewaken van
de plantsoenen is echter slechts negatief, maar de jeugd is
actief en wil deze activiteit uiten. Daarvoor moet een oplossing
worden gevonden in de vorm van speelterrein voor de jeugd en
ook voor de groteren, waarin liever niet te veel plaats moet
v/orden ingeruimd aan toestellen, maar waarin instrumenten de
zelfwerkzaamheid en de fantasie van de jeugd moeten prikkelen.
B&W hopen in het komende jaar met voorstellen hieromtrent bij
de Raad te komen.
Nagegaan kan worden, of het mogelijk is de wens van de heer
Van Wely te verwezenlijken, dat des nachts steeds iemand met een
rijbewijs op het politiebureau aanwezig zal zijn. In de practijk is
echter het verschil tussen "vrijwel altijd" en "steeds" niet zo
groot. Spreker bereiken nooit klachten, dat de politie niet op
tijd aanwezig is.
De heer Van Wely heeft ten opzichte van het monument be
schuldigingen geuit, die spreker op het ogenblik als prematuur
wil kenschetsen, omdat de Raad nog niets bekend is van de gang
van zaken. Er is een comité om te komen tot een monument voor
de gevallenen, dat medewerking heeft gevraagd van het gemeente
bestuur, welke medewerking is verleend. Er zijn buiten de schuld
van het comité moeilijkheden gerezen. Het comité is bezig die
zelf op te lossen en zal daarna de gehele stand van zaken aan
het Ooilege voorleggen.Het College hoopt dan bij de Raad te
komen, maar op het ogenblik al een blaam op het comité te
werpen door te zeggen, dat er fouten zijn gemaakt, acht spreker
prematuur, omdat men niet beschikt over de feiten, waarop een
dergelijke beschuldiging zou moeten berusten.
De heer KRUYFF: Ik herinner mij een zinnetje uit een taal
boekje: Hij is een vriend, die mij mijn feilen toont.
De VOORZITTER zegt verder, dat het tekort op de begro
ting van ruim 2-g- ton inderdaad verontrustend is. Aan de andere
kant, zo merkt spreker op, zegt het niet zoveel, omdat wij wel
aanwijzingen hebben op welke inkomsten wij mogen rekenen. Maar hij
vreest, dat op niet veel meer inkomsten mag worden gerekend.
Op den duur wordt het onrustbarend als de gemeente in het ver
leden gevormde reserves moet verbruiken. Mocht het zo doorgaan,
dan moet er raad worden geschaft, want het is zelfs niet moge
lijk een oplossing te vinden door drastische verlaging van het
verzorgingspeilomdat de wettelijk verplichte uitgaven zich
daartegen reeds verzetten.
Natuurlijk heeft ieder raadslid zijn wensen en die zijn in
de loop der jaren zoveel mogelijk bevredigd, ofschoon er nog
vele bestaan. Maar het is vooral van belang, dat een gemeente
bestuur geen kansen laat voorbijgaan. Er zijn momenten, waarop
een besluit moet worden genomen en gebeurt dat niet, dan kan
het later nooit meer gebeuren. Het is van belang, dat zulke
besluiten op het juiste tijdstip genomen worden. Thans wordt
wel eens gezegd: Het had toen en toen moeten gebeuren, maar
het is niet gebeurd. Het belangrijkste is de besluiten te