25 Aug. 1953 104 o mede door uitbreiding en modernisering der leervakken, brengt een onrust in de school, waardoor een niet te stuiten nervo siteit moet ontstaan. Waarbij komt, dat de overheidsorganen na de tweede wereldoorlog de neiging hebben steeds breder en dieper om zich heen te grijpen. Was in de twintiger jaren de rechtsgrond voor het aanstellen van een schoolarts het be smettelijk karakter van t.b.c., omdat de staat verantwoordelijk was voor de gezondheid der kinderen, die hij krachtens de leer plichtwet te samen bracht, nu acht men het blijkbaar totaal overbodig, een rechtsgrond aan te wijzen voor tandheelkundige behandeling op school. Nu brengt men slechts het nuttigheids effect naar voren, aangezien er blijkbaar ouders zijn, die deze verzorging aan hun kinderen verwaarlozen. Yan een rechtsgrond is hier geen sprake. Reeds in 1925 wees spreker er in een conferentie op, dat op een schoolarts zou volgen een schoolartsassistent, daarop een schoolartsassistenten- hulp, daarop een schoolartsassistentenhulpverzorgster en dan een schoolartsassistentenhulpverzorgster-administratrice u.s.w. Men voegde spreker toe, dat hij leeuwen en beren op de weg zag, terwijl er niets dan lieve poesjes rondslopen. Niemand dacht er toen ook maar in de verste verte aan, dat binnen twintig jaar de tijd zou aanbreken dat de specialist zijn intrede in de school zou doen. Tóén ging het nog alleen om contröle, om onderzoek, nü gaat men reeds over tot behandeling op school. Is dit het eindstation? Spreker vreest, dat de school in de toekomst nog meer te lijden zal hebben van deze apenliefde. Er zal altijd nog wel een nuttigheidsoverweging te vinden zijn voor een oogarts, een rheuma-arts, een keel- en neusschoolarts en het is te vrezen, dat deze liefhebbers van school en school kind niet eerder rust zullen hebben voor aleer elke denkbare medicus-specialist een taak in school zal hebben gevonden. Dat is de noodzakelijke consequentie van een stelsel, dat niet meer vraagt naar een rechtsgrond, maar zich door nuttigheidsover wegingen laat leiden, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar remloos. En dan zal men als sluitstuk wel komen met een inspecteur, die de rust op school heeft te bevorderen. Maar dan heeft men door al die door en door bedokterde leerlingen de school ziek gemaakt en bovenal resultaatloos. De onrust, die op deze wijze de goede gang van zaken op school verstoort, belemmert in hoge mate een behoorlijke con centratie der leerlingen, terwijl bn bij het toezicht bn bij het onderwijzend personeel het respect voor lesrooster en leerplan devalueert. Daar komt nog iets bij. Inhaerent aan elke materie is de overdrijving. Spreker denkt hierbij aan Emmen en Maarssen. In het noorden des lands waren een paar schoolartsen. Er was regelmatig toezicht op de ademhalingsorganen en op open-t.b.c. Niettemin had plotseling op een school een ernstige uitbreking van t.b.c. plaats. Men had er de bevolking blijkbaar niet van kunnen overtuigen, dat het toezicht maar betrekkelijk is en geen absolute waarborg verschaft. Nu zal het ook weer zo gaan. Overdrijving ontbreekt ook niet bij de propagering van de tand heelkundige behandeling op school. Op grond van deskundige uit latingen ontkent spreker, dat een goed verzorgd gebit een ge zonde maag en ingewanden impliceert. Men zegt: Het is een stichting, die de tandheelkundige verzorging op school ter hand neemt en niet de overheid. Met permissie, een stichting, waarin de ouders als zodanig evenveel te zeggen hebben als Earoek. Bovendien blijft spreker voor deze stichtingen, die barmhartigheid met - gemeentegeld -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 264