30 November 1953147.
172. Verzoeken om ontheffing van het bepaalde in de Verorde
ning ex art. 4, 1e lid, 2e der Hinderwet van;
a. Gr. HilhorstSchoutenkampweg 22 te Soest, ten behoeve
van het hebben van een bovengrondse petroleumbewaar-
plaats in de kom der gemeente met voorstel van B&W (1-366)
Mevrouw POLET-Musler vraagt zich af, of het wel
verstandig is de gevraagde ontheffing te verlenen, omdat
het perceel Schoutenkampweg 22 een rieten dak heeft, waar
tegen de brandverzekeringen altijd zo gekant zijn.
De heer CLEMENS zegt, dat de brandverzekeringen er
niet tegen gekant zijn, maar dat zij voor huizen met een
rieten dak een drie-voudige premie vragen.
De VOORZITTER acht het natuurlijk een ongelukkige
situatie, dat zo'n pand met riet is gedekt, maar het is
een sinds jaren bestaande toestand. Alleen door de wijziging
van de Hinderwet is nu een vergunning nodig.
Mevrouw POLET-Musler vraagt, of niet de voorwaarde
kan worden gesteld, dat er pannen op het huis komen.
De VOORZITTER wijst er op, dat aan de Raad ont
heffing wordt gevraagd van het verbod om een dergelijke be
waarplaats in de kom der gemeente te mogen hebben, doch
dat de vergunning ingevolge de Hinderwet door B&W ver
leend moet worden. Het College zou kunnen overwegen deze
vergunning onder bepaalde voorwaarden te geven.
De heer A.P. EILHQRST hoopt niet, dat zodanige voor
waarden worden gesteld, dat het bedrijfje er de dupe van
wordt
De VOORZITTER; Dat moet U maar aan het wijs beleid
van het College overlaten.
De heer A.P. HILHORST; Ja, maar als de Raad op
zoiets aandringt, bestaat het gevaar, dat een eis wordt
gesteld, die voor de betrokkene al te bezwaarlijk is.
De VOORZITTER merkt nog op, dat in het rapport
van de brandweer geen bezwaren worden genoemd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten over
eenkomstig hetgeen B&W hebben voorgesteld.
b. het Automobielbedrijf "Cramer en Prins" N.V. i.o. te
Soest voor het hebben van een reparatiebedrijf in de
kom der gemeente met voorstel van B&W (1-367).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten overeenkomstig hetgeen B&W hebben voor
gesteld.
173. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning De
Zoom 5 (1-375).
Dit voorstel wordt door B&W aangehouden.
174. Voorstel tot benoeming van leden der commissie, als be
doeld in art. 8 der Woonruimtewet (1-370).
De VOORZITT jR verzoekt de heren Oranje en But-
zelaar met hem het stembureau te vormen.
De heer VAN WELY vraagt, of de commissie iedere
week zal vergaderenwf zij - al behoeft dit niet iedere
maand te gebeuren - rapport van haar werkzaamheden zal
uitbrengen aan de Raad, zodat de raadsleden op vragen
kunnen antwoorden, die aan hen worden gesteld.
De VOORZITTER meent, dat de heer Van Wely de op
het ogenblik aan de orde zijnde commissie verwart met de
commissie, waarover in de vorige raadsvergadering is ge
sproken. Thans betreft het een commissie niet uit de Raad
-maar-