23* Februari 1953 17. De heer A.P„ HILHORST: Naar welk terrein. De VOORZITTER; Dat is zijn zaak. De heer OOMS acht een verpachting van jaar op jaar voor deze man onmogelijk. Iets anders is het wanneer de zekerheid kan worden gegeven, dat het bedrijf er enige jaren kan blijven, maar bij hetgeen B&W willen kan de man na éen jaar van het terrein worden gezet. Het vinden van nieuwe grond is uiterst moeilijk. Het gehele agrarische bedrijf worstelt met gebrek aan grond De VOORZITTER zegt, dat dit bedrijf naar verhouding be trekkelijk weinig, zij het wel goede grond nodig heeft. Hij acht het wel mogelijk elders grond te krijgen, maar dit maakt geen principieel verschil, want als het nu niet mogelijk is, is het ook niet mogelijk over zes jaar, Als de grond een defini tieve bestemming krijgt, zal met deze bijzondere situatie, naar spreker zich voorstelt, wel rekening worden gehouden. Wanneer de pacht van jaar tot jaar loopt, heeft de gemeente gelegen heid, misschien over drie, misschien over vier jaar te zeggen, dat zij de grond nodig heeft. Spreker stelt zich niet voor, dat de gemeente over een jaar haar plannen zal kunnen verwezenlijken. De heer OOMS vraagt, of de gemeente grond heeft aangebo den, waarop het bedrijf zou kunnen worden overgeplaatst. De VOORZITTER gelooft niet, dat de gemeente voor dit be drijf geschikte grond heeft. Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of aan het verpachten van jaar tot jaar niet een opzeggingstermijn van een jaar kan worden verbonden, zodat de man niet voor een fait accompli wordt gesteld. De VOORZITTER meent, dat de wet dit niet toelaat. Wanneer het College weet, dat de gemeente de grond nodig heeft, wordt de betrokkene natuurlijk onmiddellijk gewaarschuwdDe gemeente is de gebruikers van haar gronden zoveel mogelijk ter wille. Hoe eerder de man elders een voor zijn bedrijf geschikt stuk grond kan vinden, hoe beter. De heer VAN WE1Y acht het niet geheel in de haak, dat de Pachtkamer, hoewel de heer Mulder met zijn aanvrage te laat was, de grond voor zes jaar aan hem heeft toegewezen. Spreker vraagt, of het mogelijk is de heer Mulder bij verplaatsing van de kwe kerij de nauwkeurig vast te stellen schade te vergoeden. De VOORZITTER; Dat is een kwestie van de Raad. B&W hebben daar niets over te zeggen. De heer CLEMENSDan schept U een precedent. De heer SCHADDELEE:. Dan verplant hij nooit. De heer A.P. HILHORST zegt prijs te stellen op een onder zoek naar de vraag, of het niet mogelijk is de grond opnieuw voor zes jaar te verpachten. De heer OOMS sluit zich daarbij aan en meent, dat de zaak voor de gemeente minder urgent is dan enige jaren geleden. De VOORZITTER zegt, dat het niets minder urgent is dan enige jaren geleden. Het uitbreidingsplan is niet gewijzigd. Het terrein blijft bestemd voor sportterreinen. Misschien dat aard en gebruik daarvan iets veranderen, maar het terrein blijft bestemd voor ontspanning. De verwezenlijking van de plan nen is op het ogenblik een stuk naderbij dan een paar jaar ge leden, omdat men zoekt naar werken, die met een bepaalde subsidieregeling kunnen worden uitgevoerd. Het staat er daarom voor de pachter ongunstiger voor dan een paar jaar geleden. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 90