- 23 Februari 1953 - 19. De VOORZITTER acht het onjuist bij de taxatie van gronden uit te gaan van de vraag hoe deeigenaar eraan is gekomen. Vele gronden in oud bezit zijn voor weinig gekocht. Dit is een stuk grond vlak bij het Raadhuisin het centrum van de gemeen te. De Nederlandsche Spoorwegen zijn niet alleen op de gemeente aangewezen. De grond heeft voor de gemeente bepaald belang door de onmiddellijke nabijheid van het Raadhuis. De taxatie commissie heeft de grond volgens objectieve normen gewaardeerd en komt tot een hoger bedrag dan de Nederlandsche Spoorwegen hebben gevraagd.Het is niet juist van de Nederlandsche Spoor wegen te verlangen de grond beneden de reële waarde te verko pen. De taxatiecommissie is aan de lage kantwant zij taxeert deze grond op dezelfde wijze als de grond aan de Middelwijkstraat. Men kan zeggen, dat de grond in waarde is gestegen, doordat de gemeente het Raadhuis en het Rijk het postkantoor heeft ge sticht, maar de door de Nederlandsche Spoorwegen gevraagde prijs is bepaald niet abnormaal hoog. Voor het speelterrein in de Kerke buurt was de prijs bepaald hoog, maar hier is dit zeker niet het geval. De heer KRÜYFF vraagt zich af, wat de gemeente aan dit stuk grond heeft. De waarde daarvan voor de gemeente kan z.i. pas worden bepaald, als de plannen met het Gemeentehuis vast staan. De beoordeling van de prijs laat spreker aan deskundigen over, maar men weet nog niet, of de gemeente het gehele stuk grond wel nodig heeft. De VOORZITTER zegt, dat de gemeente, hoe ook de uitbrei ding van het Raadhuis zal zijn, het duurste stuk grond altijd nodig zal hebben. Vermoedelijk zal ook het goedkoopste stuk nodig zijn, want als er een tweede Raadhuis naast het bestaande zal worden gebouwd, zal deze betrekkelijk grote massa in een zekere groenomlijsting met parkeergelegenheid moeten liggen. De heer KRÜYEP zegt, dat er ook is gesproken over de bouw van het gemeentehuis op een geheel andere plaats. Mevrouw VAN DER SWAN-de Kiewit verzoekt het voorstel aan te houden en het opnieuw in de Commissie voor Grondbedrijf en Uitbreidingsplannen te brengen. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar. Het voorstel wordt aangehouden. b. Verkoop van een perceel grond nabij de Rademakerstraatde Kampweg en de Moerbessenberg aan C. Pranger V-257-1234) c. Onderverhuur van perceel Steenhoffstraat 5 aan de Staat der Nederlanden (Rijksgebouwendienst) t.b.v. de Dienst der Belastingen en het Gewestelijk Arbeidsbureau (V-254) Deze beide besluiten worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Voorstel tot onteigening van gronden ten behoeve van de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie V-247-1222) De VOORZITTER deelt mede, dat de Financiële Commissie met het voorstel accoord gaat, terwijl één lid van de Agrarische Commissie zich er niet mede heeft kunnen verenigen. De heer A.P. HILHORST zegt, dat één van de twee leden, dus 50$ van de Agrarische Commissie tegen dit voorstel is. Betrokkene heeft een bedrijf van 5Ï ha, hij heeft er wat grond bijgepacht, die hij ook kwijtraakt. Hij wil zijn bedrijf er ongehavend uitslepen, omdat het anders niet meer economisch is te beheren. - Wanneer -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 94