31 Mei 1954 57. en de termijn enigszins langer stelt. Wanneer de Raad dit doet voor de woningen, die aan de bouwverordening voldoen, be staat de mogelijkheid van een conflict met de Hoofdingenieur- Directeur of Gedeputeerde Staten, wanneer zij menen, dat de woningen daaraan niet voldoen, maar dit moet daarna worden uitgemaakt. Echter gelooft spreker, dat de Raad verstandig doet het roer zoveel mogelijk zelf in handen te houden. Door met dit voorstel niet accoord te gaan, geeft de Raad daarente gen over de gehele linie het roer uit handen. Mevr. LANDWEER-de Visser: U zegt, dat de termijn reeds is overschreden. Daardoor is de Raad in een dwangpositie ge komen. Maar waarom is het voorstel dan niet eerder in de Raad gebracht? De VOORZITTER zegt, dat de Raad niet door het overschrij den van de termijn in een dwangpositie is gekomen, maar er precies gelijk voorstaat als wanneer het voorstel vroeger was behandeld. Het zou mogelijk zijn, dat het besluit ongeldig is, omdat het na het verstrijken van de drie-maandelijkse termijn is genomen, maar spreker kan zich dat niet voorstellen, omdat de Hoofdingenieur-Directeur heeft gevraagd het besluit te ne men ondanks het verstrijken van de termijn. Mevr. LANDWEER-de Visser: Maar waarom hebben wij het niet eerder in de Raad gekregen? De VOORZITTER zegt, dat dit een gevolg is geweest van de omstandigheid, dat het geruime tijd heeft geduurd voor het College advies heeft gekregen van de Technische Dienst der ge meente, die eveneens de woningen heeft gecontroleerd. Do heer VAN ANDEL vraagt, of de Hoofdingenieur-Directeur volkomen was ingelicht over de stand van zaken in Soest, of hem bij het beoordelen van de woningen bekend was, hoeveel mensen op een woning wachten, hoevelen daarom hun huwelijk moeten uitstellen en hoeveel samenwoningen er zijn. Al die omstandigheden moet men kennen vóór iemand, die wildvreemd is in de gemeente, de zaak kan beoordelen. Indien de Hoofdingeni eur-Directeur over al deze bijzonderheden niet is ingelicht, acht spreker het alleszins wenselijk hem alsnog een toelich ting te geven. De VOORZITTER zegt nu eerst mevr. Polet te willen beant woorden inzake het bouwvolume. Het bouwvolume wordt verdeeld in drie-jaarlijkse perioden, maar men is voornemens een half jaarlijkse of jaarlijkse afrekening te maken betreffende het bouwvolume voor onbewoonbaar verklaarde woningen en migratie woningen De heer Van Andel koppelt de woningnood aan de onbewoon baarverklaring. Men moet de zaak echter niet beoordelen naar de meest extreme gevallen van woningnood. Bovendien is voor iedere onbewoonbaar verklaarde woning bouwvolume in uitzicht gesteld. Wanneer 20 woningen onbewoonbaar worden verklaard/^ kunnen er 20 woningen worden gebouwd, die anders niet gebouwd zouden kunnen worden. Het enige is, dat do woningen op het ogenblik onbewoonbaar worden verklaard, terwijl het enige tijd duurt voor de nieuwe woningen er staan. De voortgang van de woningbouw wordt op het ogenblik echter niet zozeer geremd door gebrek aan bouwvolume als wel door moeilijkheden met de grond. Wanneer de woningen onbewoonbaar zijn verklaard, behoe ven zij niet direct te worden ontruimd. Wanneer de Raad het F en zijn ontruimd, hPQl„i Toevoeging goedgekeurd,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 174