15 Juni 1954 -
84.
opgedane kennis, een keuze te doen voor een bepaald systeem.
Hij neemt gaarne aan dat het door het College aanbevolen
Dano-systeem voordelen biedt, maar kan zich daarover geen
zelfstandig oordeel vormen en zou de door Baarn opgeworpen
gedachte, een gemeenschappelijke commissie der beide gemeen
ten deze zaak te laten onderzoeken, warm willen aanbevelen.
De VOORZITTER zegt, dat deze commissie al geïnstalleerd
en aan het werk is»
De heer ORAiJJE zegt, dat dat niet uit de stukken blijkt.
De VOORZITTER zegt, dat de commissie nog niet aan het
werk was, toen de stukken werden opgesteld. Hier wordt een
principebesluit gevraagd, waarop de Raad later nog nader kan
terugkomen.
De heer ORANJE vraagt, wie in deze commissie zitten.
De VOORZITTER noemt do heren De Bos en Gerritse. Naar
zijn overtuiging zal deze commissie wel tot de conclusie
komen, dat het Dano-systeem althans voor Soest het meest
aangewezen systeem is. Zij onderzoekt ook andere systemen
en kan dus vergelijkingen maken. In Denemarken heeft men
met dit systeem in gemeenten van de omvang en met de verbin
dingen van Soest gunstige resultaten bereikt. In Nederland
is men nog aan het pionnieren en gaat men af op de goede
ervaringen van Denemarken; tegenover wat in Denemarken op dit
gebied is tot stand gebracht, heeft Nederland nog niets
kunnen stellen. De uitslag van het onderzoek der commissie
zal aan de Raad worden bekend gemaakt.
De heer ORANJE zegt, dat als de Raad beslist, dat het
Dano-systeem zal worden gevolgd, de Raad daarvoor de verant
woordelijkheid draagt.
he VOORZITTER zegt, dat het hem het beste lijkt, dat het
verslag van de commissie ter kennis van de Raad wordt gebracht.
ije heer ORANJE zegt, dat hij er bezwaar tegen zou hebben,
zondof dat hierover te oordelen.
Mevrouw POLET-Musler zegt, dat niets de heer Oranje
weerhoudt, zich van de andere op dit gebied toegepaste
systemen op de hoogte te stellen. Uit de behandeling in de
Tweede Kamer krijgt men de indruk, dat men algemeen, zeker
voor de kleine plaatsen, naar dit systeem overhelt, al heeft
men het in Nederland nog nooit zien werken. Alle sprekers
achtten het zeer goed denkbaar, dat dit het meest aangewezen
systeem zou zijn, omdat de kosten van vervoer zeer gering
zijn en de stortplaats, zelfs als er bebouwing omheen kwam,
door enige beplanting gemakkelijk is te camoufleren, zodat zij
geen steen des aanstoots wordt. Men behoeft zich niet alleen
door het College te laten inlichten!
De heer A.P.HILHORST stelt uitdrukkelijk vast, dat de Raad
aan dit principebesluit niet gebonden is als bij de uitwerking
zou blijken, dat de plannen de goedkeuring niet wegdragen.
Bij de uitwerking van uitbreidingsplannen is de Raad wel eens
voor de voeten geworpen, dat deze bij de vaststelling van het
plan in hoofdzaken al een beslissing had genomen. In de
Tweede Kamer zijn over dit onderwerp vele woorden gesproken
omdat men meer organisatie op dit gebied gewenst achtte.
Waar het om enorme bedragen gaat en het systeem in Nederland
nog niet is toegepast, moet men echter zeer voorzichtig zijn.
Als dus bij de uitvoering blijkt, dat het plan niet aanvaard
baar is, is de Raad aan het principebesluit niet gebonden.
- De -