29 September 1955 127.
154. Voorstel tot aankoop van grond?
a. gelegen aan de Torenstraat van de firma A. Reehorst
(V-3050)5
b. gelegen aan de Belvedèreweg van H.J.M. Pieper (V—3051
c. met bijbehorende opstallen, gelegen aan de Hartweg van
P. van Asselt (V-3087);
d. gelegen nabij de Henriëtte Blaekweg van H.J. Stroband
(V-3096)
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
155. Voorstel tot verkoop van grond?
a. gelegen nabij de Schrikslaan aan A.A. van Breukelen en J.
van G-eijtenbeek (V-3097).
De VOORZITTER deelt mede, dat de Commissie Grondbedrijf
en Uitbreidingsplan zioh met dit voorstel kan verenigen,
echter met uitzondering van een lid dier Commissie.
De heer R. HILHORST is het commissielid, dat zich tegen
verkoop van de onderhavige grond heeft verklaard. Deze grond
is uitermate ongeschikt voor de stichting van loodsen en voor
opslagterrein van bouwmaterialen. Het betreft een zeer inge
sloten terrein met een nauwe toegangsweg, zodat mag worden
verwacht, dat de omwonenden hinder zullen ondervinden van der
gelijke opslagplaatsen. Men kan natuurlijk veronderstellen, dat
de bouwmaterialen netjes zullen worden opgeborgen in de lood
sen, maar de werkelijkheid zal zijn, dat men er een zeer rom
melige indruk zal krijgen. Uit de verkoopakte van het College
blijkt wel, dat het heeft aangevoeld dat het een zeer kwets
baar terrein is. Op alle mogelijke manieren wordt door bepa
lingen geprobeerd te voorkomen, dat hinder zal worden verwekt.
Uiteindelijk zal hinder echter niet te voorkomen zijn. Er is
niets vastgelegd over de uitweg. Wat komt er nu voor uitweg?
Het kan wel een rommelige zandweg worden. Men zal er niets
aan kunnen doen, als er auto's en wagens over rijden. Het ware
veel beter geweest, de omwonenden de grond te verkopen voor
het vergroten van hun tuinen. Wordt de woningafbraak er nu
opgeslagen, dan kan er niets tegen worden gedaan, omdat dan
ook van bouwmateriaal kan worden gesproken. Spreker verwacht
er geen nette, geordende boel. Hij is daarom tegen de voorge
stelde verkoop.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat het desbetreffende
terrein reeds in het uitbreidingsplan van 1938 een bedrijfs-
bestemming op gemengde wijze had. In het nieuwe uitbreidings
plan was het nog niet opgenomen, doch het lag wel in de bedoe
ling, het een soortgelijke bestemming te geven. Hu doet zich
de mogelijkheid voor, deze bestemming te realiseren. De heer
R. Hilhorst wil er daarentegen een agrarische bestemming aan
geven. Het terreintje is eohter typisch geschikt voor een be
drijf, doch uitsluitend voor een bedrijf - daarom de vele be
palingen - dat geen hinder veroorzaakt. Een opslagplaats van
bouwmaterialen veroorzaakt geen hinder. Misschien zal er even
wat lawaai zijn bij het op- en afladen, doch dit is geen dage
lijks werk. Het enige bezwaar kan zijn, dat het geen mooi ge
zicht is. Dit is waar, maar kan geen rechtvaardiging zijn om
een terrein, dat krachtens zijn aard en een 17 jaar oude be
stemming geschikt is voor het beoogde doel, een andere bestem-
- ming -