- 28 november 1955 - 170. met verlies werken, treffen zij maatregelen. Het grootste bezwaar tegen het I.Z.A. is, dat dit insti tuut met enorme tekorten werkt en niettemin durft te schrijven, dat de kat nog even uit de boom moet worden gekeken, want er zou misschien nog eens uitkomst kunnen komen. Dit doet denken aan de houding, die niet alleen de ambtenaren, maar die men in het algemeen aanneemt tegenover de astronomische tekorten van het Burgerlijk Pensioenfonds. Men realiseert zichniet, dat deze tekorten de neiging hebben groter te worden. Uit de cijfers van het IZ.A.-Limburg en het I.Z.A.-Gelderland blijkt, dat de tekorten over het lopende jaar minstens 35hoger zullen liggen dan het vorige jaar. De tekorten zullen ongetwijfeld nog meer stijgen. Van maatregelen daartegen hoort men echter niet. Deze instituten worden door de ambtenaren en de gemeentebesturen samen beheerd, maar waarom moet dat dan zo belabberd geschieden? Wanneer een gewoon ziekenfonds het zou wagen bij een tekort van dergelijke omvang zo lang te wachten met het treffen van maatregelen, zou er allang een stemming in het land zijn ont staan, die voor de bewuste instelling fataal zou zijn Het zelfde is het geval met andere instellingen van openbaar belang. Spreker kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat men bij het I.Z.A. de grote tekorten niet te veel wereldkundig wil maken, omdat het de reclame voor de idee zou kunnen schaden. Waar is men als overheid in Nederland echter het meest mede gediend» met openheid van zaken of met de opvattings laten wij er maar niet te veel mee aan de weg timmeren? Spreker bestrijdt, dat van de verstrekkingen van de ziekenfondsen veel misbruik wordt gemaakt en dat de medicijnen vaak niet worden afgehaald. Uit een door de Maatschappij tot bevordering der pharmacie onder de apothekeis gehouden enquête is gebleken, dat slechts één procent van de recepten niet wordt afgehaald. Het sprookje leeft echter nog steeds voorts men houdt nog immer eigenwijs vol, dat men het niet afhalen van recepten door franchises moet tegengaan. In de gemeenteraad van Leiden heeft een hoogleraar in de gemeeskunst het I.Z.A. be streden, omdat hij tegenstander is van alle franchises. Hij wees er op, dat bij het niet hebben van franchises het aantal mensen, dat wel eens te vlug bij de dokter komt, groter is dan bij het hebben van franchises maar het ontbreken daarvan geeft de zekerheid, dat niemand wordt weerhouden om op tijd geneeskundige hulp in te roepen. Bij franchises bestaat het gevaar, dat in ernstige gevallen geen hulp wordt gevraagd. Een huisarts schrijft in een uitstekend proefschrift, dat de gezondheidstoestand onder zijn beter gesitueerde en zijn ziekenfondspatiënten het beste is. De ergste gevallen doen zich echter voor onder de mensen, die om financiële redenen geen hulp inroepen. Het gaat hier om het be langrijke terrein van de volksgezondheid. Het merkwaardige feit doet zich voor, dat blijkens het jaarverslag van het I.Z.A. Limburg het inroepen van de hulp van huisarts en specialist, blijkbaar ondanks de franchises, tot frappante hoogte is geste gen. Men zegt, dat het bezoek aan de arts door franchises moet worden afgeremd, terwijl het bewijs wordt geleverd, dat men zich door franchises niet laat weerhouden, zodat de noodzakelijkheid van franchises niet is aangetoond. De heer ORANJE betreurthet, dat het Georganiseerd Overleg wordt genegeerd. "Genegeerd" is het woord niet. Het college heeft naar de argumenten van het Georganiseerd Overleg ge luisterd en het zelfs mogelijk gemaakt het I.Z.A. aan te nemen. - Het -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 392