- 26 januari 1956 12. Hetgeen de U.V.V. voor de ouden van dagen doet is bij uitstek een taak voor het particuliere initiatief. Voor de autotochten der bejaarden stellen particulieren hun auto en ook geld beschikbaar, zodat het zeer een voudig zal zijn ook voor het tekort van de U.V.V. van particulieren een bijdrage te krijgen. Dit werk moet in particuliere handen blijven en dus niet door de overheid worden gesubsidieerd. Dit zou de onaangename consequentie meebrengen, dat men in het algemeen op de overheidsruif zal willen gaan teren, waardoor het mooie van het werk verloren gaat. Mevrouw LANDW3SR-de Visser merkt op, dat men bij het aanvatten van een werk wel eens te royaal kan be ginnen, doordat men de uitgaven tegenover de inkomsten nog niet voldoende kan overzien. De U.V.V. is doende een bazar te organiseren, die ook de steun van parti culieren zal behoeven en er is toch alles voor te zeg gen, deze vereniging met een schone lei het tweede jaar te doen ingaan. Zij kan dan weten, dat zij voor het volgende jaar niet meer bij de gemeente behoeft aan te kloppen en zal intussen hebben geleerd, dat tegenover de uitgaven voldoende inkomsten moeten staan. Zijn B&W niet bereid, voor eenmaal een bedrag van ƒ.80, beschikbaar te stellen? Mevrouw POLST-MusIer wil een woord van protest laten horen tegen de uitdrukking; teren op de over heid. Haar oordeel, dat hier een taak voor de overheid ligt, steunt niet op de gedachte, dat men maar moet teren op de overheid, maar wel meent spreekster, dat de overheid dit werk door het verlenen van een bijdrage behoort te stimuleren. De woorden "teren op de over heid" geven de suggestie, alsof men zich op het standpunt zou plaatsen; de gemeente betaalt wel. De bedoeling van de door spreekster verdedigde bijdrage is, dat de overheid voor dit werk haar waardering uit spreekt en het aanmoedigt. Er zijn drie groepen te onderscheiden; de over heid, de mensen die dit werk organiseren en de grote groep mensen, die zich om dit werk in het geheel niet bekommert. Wanneer men er iemand om vraagt, zal hij voor dit doel wel een kwartje over hebben, maar de grote massa is zich van de wenselijkheid van dit werk in het geheel niet bewust. Dit werk voor de bejaarden gaat verre uit boven de genoegens die men hen verschaft. Het voorstel van mevrouw Landweer om voor een maal een subsidie toe te kennen zal spreekster gaarne ondersteunen, maar wanneer de U.V.V. voor het volgende jaar wederom een subsidie vraagt, zal zij evenzeer van harte verdedigen het ook dan te verlenen. De heer ORANJE sluit zich opnieuw aan bij het ge sprokene door mevrouw Landweer. Er is niet gevraagd het nadelig saldo voor rekening van de gemeente te nemen. De cijfers zijn slechts verstrekt om het ge meentebestuur een inzicht te geven en de vereniging vraagt niet om een bedrag van 80,doch alleen; help ons toch! De U.V.V. verdient aanmoediging en die kan worden gegeven met een subsidie ook van ƒ.10,- - of -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1956 | | pagina 68