- 23 maart 1956 17.
De Deer PIEREN meent te mogen zeggen, dat de raad on
mondig is om nu te beoordelen, wat de juiste methode is om
de slachtdieren te bedwelmen, wanneer men dit vanuit medisch
oogpunt beziet. De raadsleden zijn namelijk geen deskundigen
op veeartsen!jkundig gebied.
Spreker heeft alle waardering voor de wijze, waarop
het college en Dr.Soetens de raad over dit belangrijke punt
hebben voorgelicht. Gaarne had spreker echter gezien, dat de
desbetreffende rapporten in de Slachthuiscommissie met Dr.
Soetens besproken hadden kunnen worden. Dr.Soetens heeft
namelijk in zijn rapport wel doen uitkomen, dat hij zekere
bezwaren heeft tegen de elektrische bedwelming en haalt
daarbij enige uittreksels aan van diverse professoren, doch
aan de andere kant is naar sprekers oordeel onvoldoende naar
voren gebracht, dat aan het elektrisch bedwelmen door de
Vereniging voor Dierenbescherming - hierbij ook door diverse
professoren geadviseerd - de voorkeur wordt gegeven.
In hot maandblad van de Vereniging voorlierenbescher-
ming van maart 1956 staat een belangrijk artikel, waaruit
blijkt, dat men na ernstige bestudering en na experimenteren
tot de overtuiging is gekomen, dat een goed uitgevoerde
elektrische bedwelming de voorkeur verdiént boven "de penschot-
methode. Spreker gelooft echter ook, dat persoonlijke gevoe
lens hierbij een grote rol spelen. Een ieder, die grote
slachtdieren met het penschot ziet doden, vraagt zich af, of
deze dieren geen geweldige pijn wordt gedaan. Na het schot
ziet men het dier meestal het hoofd en de hals nog opheffen
om dan ten slotte neer te vallen. Bij dit gezicht alleen al
vraagt men zich af, of dit nu wel de juiste manier is. Ook
bij het doen verbloeden ziet men dan nog wel eens reacties
van het slachtdier. Bij spreker komt dan de vraag op, of het
dier nu -.."erfelijk gevoelloos zou zijn.
Prof.RoHjn bevestigde toch ook aan Dr.Houthuys, dat de
in Rotterdam toegepaste methode als een zeer betrouwbare
slachtmethode kan worden beschouwd. Indien na de bedwelming
de halssnede of borststeek wordt toegebracht, mag volgens
Pr.Romijn met zekerheid worden aangenomen, dat de overgang
var leven naar dood zonder bewuste gewaarwording geschiedt.
DoorB 'vRomijn en Prof.van Oyen werd ook bevestigd,dat
tegen elektrische bedwelming, mits op juiste wijze toege
past, naar hun oordeel geen bezwaren bestaan, laatstgenoemde
bracht hulde aan Dr.Iervoert als baanbreker voor de elektri
sche bedwelming en dankte Dr.Houthuys voor de wijze, waarop
in Rotterdam de elektrische bedwelming wordt toegepast. Dit
zijn enige punten, die spreker niet in het rapport van Dr.
Soetens terugvindt.
Naar sprekers mening kan men beide standpunten verdedi
gen en daar hij zich niet op het medische vlak durft te be
wegen, wil hij dus zeggen, dat het een kwestie van smaak of
beter van gevoel betreft. Sprekers gevoel gaat dan uit naar
de elektrische bedwelming. De penschotmethode kan hij - als
lid van de dierenbescherming - niet waarderen. Bij de pen
schotmethode zuilen zich toch ook gevallen voordoen, dat
het schot niet direct raak is, ook al komt dit weinig voor.
Spreker gelooft, dat het leed in een dergelijk geval aan
het dier toegebracht groter is dan bij een niet gelukte
elektrische bedwelming. Hij verzoekt het college dan ook de
ontwikkeling op dit terrein nauwkeurig te volgen en zo mo
gelijk binnen enkele jaren tot elektrische bedwelming over
- te -