- 26 april 1957 - 58. deze fabriek. Het college was volkomen gerechtigd dit te doen, want het uitbreidingsplan staat dit toe. De Planologsche Dienst, waarbij eveneens bezwaren zijn in gediend, deelt de opvatting van het college geheel. Wat de hinder betreft, heeft men de gewone pro cedure van de Hinderwet. Op alle mogelijke manieren wordt de hinder onderzocht. De laatste dagen is een nieuw ver schijnsel naar voren gekomen? een damp zou de bomen aan tasten. Dit zal nader worden onderzocht. Door het stellen van voorwaarden moet worden getracht de hinder te onder vangen. Het is juist, dat spreker hoeft gezegd het opmer kelijk te vinden, dat de fotografische industrie geen bezwa„ren heeft ingediend. Het fotografische bedrijf is zeer gevoelig. Inderdaad kan door een watergordijn het binnendringen van stof worden voorkomen, maar men kan geen watergordijn om de gehele fabriek maken. In een dergelijk bedrijf kijkt men steeds zeer angstig uit naar bedrijven in de omgeving. Daarom vindt spreker het op merkelijk, dat de fotografische industrie geen bezwaar schrift heeft ingediend. De grootste moeilijkheid voor de ontheffing van de Hinderwetsverordening zal zijn de afvoer van het water. Hier doelt spreker niet op het water, dat de heer Pieren enige jaren geleden heeft gezien. Dit is al weg. De moeilijkheid is echter de vraag, waar het water blijft. Men zit hier namelijk in een waterwingebied. De inspecteur van de volksgezondheid zal het college daarover eohter wel adviseren. Ten aanzien van de vraag, of het hier een uitbrei ding of een andere fabriek betreft, deelt spreker mede, dat voor de emaillefabriek in het voortbrengen van zuivere emailleprodukten weinig toekomst meer zit. Van daar dat de fabriek zich heeft verstaan met een bedrijf, dat op het gebied van verchromen zijn sporen heeft ver diend en over diverse proefnemingen en ervaring beschikt. Het is volkomen begrijpelijk dat het bedrijf, nu het debiet in emaille pannen afneemt, iets anders in de han del poogt te brengen en men mag dan niet suggeren, als zou er een geheel nieuw bedrijf ontstaan. De heer SCHAAFSMA deelt mede, dat op de laatste vergadering van de commissie voor sociale zaken slechts twee leden aanwezig waren, zodat de commissie, krach tens de bepalingen van het reglement, niet kon verga deren. Dit is zeer te betreuren en spreker verzoekt daarom de leden van de commissie voortaan zo enigszins mogelijk ter vergadering te komen. Spreker hoopt dat aan de commissie niet, als aan een verlepte bloem, een einde zal komen, maar dat zij als een flinke boom zal leven. De heer PIEREH deelt naar aanleiding van het ge sprokene door de heer Schaafsma mede, dat hij in loon dienst is en daardoor overdag slechts zelden een verga dering kan bijwonen. Hij dringt er daarom op aan de vergaderingen van de commissie voor sociale zaken in de avonduren te houden, zoals dit reeds met and.ere commis sies het geval is. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 116