17 juni 1957 73.
die ongetwijfeld een grote aanwinst is. Maar dit alles neemt niel
weg, dat een voorbereiding van zeven jaar niet zonder meer aan
vaardbaar is en nadere toelichting behoeft.
Een tweede pijnlijke kant is, dat bij een stijging van de
capaciteit van 13.000 naar 16.5OO inwoners de kosten zijn geste
gen van 675.000,-~ tot bij eerste globale raming 1.600.000,--
Het college geeft daarvoor zeven redenen aan, waarvan de eerste
is de belangrijke prijsstijging sinds februari 1953* Spreker
voegt daaraan toes van 1950 tot 1953 heeft de prijsontwikkeling
ook niet stil gestaan. Yan meet af aan is het duidelijk geweest,
dat elk jaar vertraging geld zou kosten, zoals het ook thans
nog duidelijk is, dat niemand garanderen kan, dat 1.600.000,--
het eindbedrag is. Het enige zekere is, dat een snellere voorbe
reiding een belangrijke besparing zou hebben betekend.
Verder mist spreker in het voorstel een becijfering van de
vermoedelijke inkomsten, die straks tegenover deze uitgaven zul
len komen te staan. Wat zal de riolering na deze en alle vorige
uitgaven per aansluiting kosten, wat zullen de lasten zijn, die
jaarlijks door de aangeslotenen opgebracht zullen moeten wor
den? Spreker ziet het als een omissie, dat de raad elke medede
ling op dit punt onthouden wordt. Bovendien zullen deze gegevens
toch ook bij het aanvragen van de rijksgoedkeuring nodig zijn.
Het pijnlijkste van alles is echter, dat het nu nog een
vraag geworden is, bf de gemeente binnenkort nog wel tot de bouw
zal kunnen overgaan. Spreker sluit zich aan bij hetgeen mevrouw
Polet zoeven heeft gezegd. Het is de vraag of zelfs bij aanvaar
ding van het krediet tot de bouw kan worden overgegaan. Daar
over is zo juist wel even gesproken, maar over deze vraag rept
het college in het voorstel met geen enkel woord. Het vraagt
de raad het krediet, alsof dit de simpelste kwestie van de we
reld is, terwijl de moeilijkheden - dank zij dit late gereed
komen - nu bijna onoverkomelijk zijn. Want ook al wordt de rijks
goedkeuring verkregen, dan zijn de gelden er nog niet en kan er
dus nog niets gebeuren.
ï'oen - nu alweer geruime tijd geleden - bleek, dat de ge
meente geen obligatielening meer kan plaatsen, heeft de heer Van
Andel er reeds op gewezen, dat het gemeentebestuur de boot had
gemist. Toen spreker bij die gelegenheid op de kleine kans van
een premieloning wees, kwam het college met principiële bezwaren
De voorzitter heeft toen de positieve toezegging gedaan, deze
principiële bezwaren in de raad in discussie te zullen brengen.
Deze toezegging is later herhaald, maar nooit gehonoreerd en een
voudig doodgezwegen tot het ook nu te laat is. Spreker doet de
voorzitter de eer aan hem daaraan te herinneren, omdat de voor
zitter heeft verzuimd de raad de eer aan te doen, toe te lichten
waarom hij zijn woord niet gestand heeft gedaan. Niet voor niets
heeft spreker er bij de begrotingsbehandeling op gewezen, dat de
raad van tijt tot tijd gelegenheid vindt te bewijzen, dat de
raad de voorzitter meer respecteert dan deze het de raad doet.
Hier is weer zo'n geval.
Hoe dan ook, spreker zal er veel prijs op stellen, indien
het college zich in openbaarheid duidelijk over de financierings
mogelijkheden zal uitspreken, zodat een eventueel besluit van
de raad, dit krediet toe te staan, geen verwachtingen bij het
publiek zal opwekken, die de raad niet mag uitlokken.
Het zou goed zijn, indien het college het reeds eerder
toegestane krediet voor de verbetering van de Maatweg, dat hier-
- mede -