- 12 juli 1957 - 90.
die iets met onderhoud van huizen te maken heeft weet,
dat dit "bedrag zeer onvoldoende is, vooral als de huizen
niet nieuw meer zijn. Tengevolge van deze zeer onvoldoende
reservering moesten er wel grote achterstanden ontstaan
in het onderhoud, lat er op het moment in het onderhouds-
fonds 38.000,aanwezig is voor eerste aanloop "bewijst,
dat door dat pseudo-bestuur de financiën toch maar behoor
lijk werden beheerd.
Al met al zou spreker van deze plaats hulde willen
brengen aan die bestuurders, reglementair of niet, die hun
tijd hebben willen geven om van deze woningbouw te maken
wat er van te maken is. Uit deze geschiedenis is weer eens
gebleken, hoe eenvoudig, maar gevaarlijk het is, op een
zijdige verklaringen in een openbare raadszitting zaken aan
de kaak te stellen zonder zich vooraf genoegzaam van de
juistheid te hebben overtuigd.
Mevrouw POLET-Musler vindt het prettig, dat deze nota
zo vlot is verschenen. Het op blz. 4 van de nota genoemde
bedrag ad 153.400,als voorschot ter financiering van
de ongedekte tekorten van de bouwvereniging St. Joseph,
heeft spreekster niet kunnen terugvinden in het lijstje
van voorschotten op blz. 2. Is het ergens ondergebracht
of valt het er buiten, en zo ja waarom?
De wethouder VAN DEN AREND deelt mede, dat het be
drag op blz. 2 is opgenomen in de post "Voorschotten on
derhoud"
Vervolgens wordt de nota aangenomen voor kennisge
ving.
d. Besluit d.d. 1 juli 1957 van Gedeputeerde Staten van
Utrecht tot verdaging van hun beslissing op het raads
besluit van 30 januari 1957, strekkende tot oprichting
van de Stichting Openluchttheater Soest, met voorstel
dit voor kennisgeving aan te nemen.
Wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming overeenkomstig het voorstel besloten.
e. Controle-rapporten van het Centraal Bureau voor Veri
ficatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten met voorstel deze voor kennisge
ving aan te nemen.
De heer ORANJE zou naar aanleiding van het verifi
catierapport van het Wegenfonds een vraag willen stellen.
Bij de behandeling van de begroting 1957 heeft het
college in de memorie van antwoord op het afdelingsver
slag medegedeeld, dat een wijziging van de verordening
van het Wegenfonds in voorbereiding was om de rentevergoe
ding voor gedane stortingen eerder te doen ingaan dan vijf
jaar na de storting. Deze mededeling was gedateerd 4 de
cember 1956. Het wil spreker voorkomen, dat een dergelijke
wijziging zeer simpel kan zijn. Hij vraagt hoe ver deze
voorbereiding thans is gevorderd en wanneer de raad de
resultaten daarvan kan tegemoetzien.
De VOORZITTER zegt de vraag van de heer Oranje niet
positief te kunnen beantwoorden. De zaak is nog niet in
het college gekomen en verkeert nog in het stadium van
voorbereiding.
De heer ORANJE meent, dat het slechts een geringe
verandering betreft.
De VOORZITTER zegt, dat op spoed zal worden aange
drongen.
- De -