93.
12 juli 1957 -
De heer BUTZELAAR meent, dat deze organisaties met een
lege kas zitten.
Mevrouw MNDWEER-de Visser zou desnoods iets hoger willen
gaan5 een moeilijkheid is eohter dat de raad niet weet wat
anderen zullen doen, van wie toch ook iets mag worden verwacht.
De heer HILHORST merkt op, dat de genoemde "bijdragen ook
reeds van de boerenstand komen.
De wethouder VAR ZADELHOEE neemt aan, dat de A.B.T.B.,
de C.3.T.B. en de eigen vereniging ieder 50,-- zullen kunnen
bijdragen. Wanneer de gemeente dan 500,— garandeert, is de
zaak veilig gesteld, terwijl de uitgaven kunnen meevallen.
Het is mogelijk dat de vereniging kans ziet de prijzen, waar
voor 600,-- is uitgetrokken, voor een deel cadeau te krijgen.
De VOORZITTER zegt dat de gehele discussie toont, hoe
onbevredigend het is een onderwerp te bespreken, wanneer het
onvoldoende is voorbereid. De aanvrage is te laat ingekomen
en daardoor kan het college geen gegevens verstrekken. Het
liefst zou spreker het voorstel aanhouden, maar dit is zeer
bezwaarlijk, aangezien de fokveedag op 30 augustus zal
plaats hebben en er voordien misschien geen raadsvergadering
meer wordt gehouden, terwijl het bestuur toch tijdig moet we
ten waaraan het toe is. Het is ook niet zozeer tegen het be
drag van 500,-- op zichzelf dat de bezwaren gaan, maar dege
nen die het bedrag moeten bepalen willen dit ook verantwoord
doen.
Spreker stelt voor thans tot een garantie van 200
te besluiten, maar tevens het college te machtigen de garantie
tot maximaal 500,-- te verhogen.
De heer HILHORST verklaart met dit voorstel akkoord te
gaan.
Mevrouw LANDWEER-de Vissers Als men dan maar niet van
de andere kant meent, dat men niets meer behoeft te. doen.
De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat het college de ga
rantie zeker niet zal verhogen dan na behoorlijk onderzoek.
De heer VAN WELY vindt een bijdrage van 200,-- voor de
gemeente volstrekt niet karig en meent dat een tekort achteraf
nog zou kunnen worden gedekt. Een bijdrage van 500,-- op
een tekort van 650,-- acht hij te hoog en hij meent, dat de
gemeentekas dit niet toelaat.
De VOORZITTER zegt, dat het college de garantie niet zal
verhogen dan nadat het de materie, aan de hand van thans niet
beschikbare gegevens, behoorlijk heeft bestudeerd.
De heer GRIET vraagt of voor de fokveedag niet evenals
bij het keuren van duiven een inschrijfgeld kan worden geheven.
De heer BUTZELAAR meent dat geen inleggeld wordt gevraagd
om het een knecht mogelijk te maken met het vee op de fokvee
dag te komen, ook wanneer zijn boer er niets voor voelt.
De heer GRIET kan in de fokveedag geen groot cultureel
belang zien, wanneer men niet een paar gulden inleggeld wil
betalen.
De wethouder VAN DEN AREND acht het het beste het college
de door de voorzitter gevraagde machtiging te verlenen. Het
college kan dan nagaan of door de belanghebbenden werkelijk
uitputtend is getracht zelf het benodigde geld bijeen te
krijgen.
Het voorstel van de voorzitter om de garantie voorlopig
op ten hoogste 200,— te bepalen en het college te machtigen
deze tot ten hoogste 500,-- te verhogen, wordt daarop zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
- 112. -