27 september 1957 -
113
De heer C LEMENS meent, dat de fracties al hebben uitge
sproken, of' zij voor of tegen een premielening zijn.
Mevrouw LANDWEER-de Visser is eveneens van oordeel;
dat deze zaak niet urgent is. Het is beter te wachten tot
de tijd, dat de gemeente wel een premielening kan sluiten.
Mevrouw POLET-Musler vindt het moeilijk thans over dit
punt te praten. Haar mederaadsleden hebben daar kennelijk
niet allen even veel zin in. Dit lijkt haar niet de juiste
sfeer om tot een behoorlijke discussie te komen.
Spreekster is een van degenen geweest, die indertijd
sterk hebben aangedrongen op een klaar en duidelijk beeld
over deze aangelegenheid, omdat hierover een conflict be
staat, dat ondergronds heeft doorgewoekerd. Bij een pre-
mielening gaat het om een zo groot bedrag, dat Soest al
leen die nooit kan afsluiten. Br is eens contact gezocht
met een gemeente, die niet voor een premielening voelde.
Wanneer contact was gezocht met een gemeente, die er wel
voor voelde gemeenschappelijk een premielening op de markt
te brengen, was het misschien gelukt. Toen de mogelijkheid
daartoe aanwezig was, is dit echter verzuimd, omdat het
ooilege er van is uitgegaan, dat men daar in Soest toch
niet voor voelde, en wel op principiële gronden.
Dit heeft steeds in de financiële commissie gespeeld.
Nu de voorzitter de premie lening thans aan de orde stelt,
is spreekster dubbel verheugd, dat de heer Van Andel er
vanavond weer is. De heer Van Andel heeft in de financiële
commissie er steeds op aangedrongen het met een premie
lening te proberen. Dit is altijd weggewerkt, omdat het
college op principiële gronden niets voor een premielening
voelde. Spreekster heeft daarom niet zozeer de behoefte
hier haar eigen mening te spuien. Die is voldoende bekend.
De P.v.d.A.-fractie zou aan het afsluiten van een premie
lening van harte medewerken. Spreekster had liever gezien,
dat het college een principieel standpunt naar voren had
gebracht. Dan had daarover kunnen worden gesproken. Zoals
de voorzitter het thans stelt, draait hij de zaak echter
om. Dat was niet de bedoeling.
De heer VAN ANDE1 zegt, dat acht maanden geleden de
indruk is gewekt, dat er bij de raad geen eenstemmigheid
bestaat over het uitschrijven van een premielening. Er is
echter nooit openlijk verschil van mening geweest. Het
lijkt spreker beter thans niet over deze zaak te discus
siëren. Wanneer er een voorstel tot een premielening wordt
gedaan, komt de discussie vanzelf.
De heer SCHAAESMAs Onzerzijds wil ik opmerken, dat men
om principiële redenen niet moet overgaan tot een premie-
lening. Alles wat de dobbelzucht bevordert, moet worden
tegengegaan. Mijn standpunt is daarom nog altijds geen
premielening
De heer ORANJE doet het genoegen, dat de voorzitter
thans zijn belofte inlost en de raad de gelegenheid geeft
over de premielening te discussiëren. Hij zou het nog
meer gewaardeerd hebben, wanneer de voorzitter deze aan
gelegenheid eerder aan de orde had gesteld en dit als een
punt op de agendo. had geplaatst. Thans is de zaak inderdaad
niet actueel meer.
Na de uitspraak van de heer Schaafsma is deze discussie
toch op het principiële vlak gekomen. De raad weet nu, hoe
de fractie van de heer Schaafsma over een premie lening
- denkt.