27 september 19 57*-
114.
denkt» Na de mededeling van de heer Schaafsma wil spreker zeggen
met een premielening akkoord te kunnen gaan. Hij vleit zich met
de hoop, dat wanneer de mogelijkheid tot het uitschrijven van
een premielening zich voordoet daarvoor in deze raad een meerder
heid kan worden gevonden. Meer wil hij hier thans niet over zeg
gen, nu deze aangelegenheid zonder op de agenda te zijn vermeld
bij wijze van rondvraag ter sprake wordt gebracht.
De VOORZITTER zegt, dit punt niet bij de rondvraag ter
sprake te hebben gebracht. 'Janneer hij het niet aan de orde had
gesteld, had men hem kunnen verwijten - zoals in het verleden-
is geschied - dit niet te hebben gedaan.
Mevrouw Polet heeft spreker verweten de zaak te hebben omge
draaid door te zeggen, dat het voor het college in bepaalde om
standigheden wel nuttig zou kunnen zijn te weten, hoe de raad
over de premielening denkt. Mevrouw Polet zegt, dat de raad
echter juist wil weten, hoe het college daarover denkt. Dit is
mogelijk. Daar wil spreker buiten blijven.
Mevrouw Polet heeft daaraan echter toegevoegd, dat toen de
mogelijkheid er was om een premielening af te sluiten, het col
lege heeft verzuimd daarvan gebruik te maken. Spreker kan ver
klaren zich in het afgelopen jaar bij voortduring nauwlettend
op de hoogte te hebben gesteld van de mogelijkheden van een pre
mielening. Er zijn betrekkelijk weinig premieleningen geweest»
Amsterdam en Rotterdam hebben een premielening uitgeschreven.
De banken wilden met de premieleningen een zekere planmatigheid
betrachten. Ze konden niet te snel achter elkander komen. Er
was voor een premielening een vrij kleine markt. Het is niet zo,
dat het achterwege blijven van een premielening te wijten is aan
een te geringe activiteit of een te weinig zioh op de hoogte
stellen van de mogelijkheden.
Mevrouw POLET-Musler beluistert uit het betoog van de voor
zitter, dat alleen het laatste jaar hier aandacht aan is be
steed»
De VOORZITTER zegt, dat de vorige zomer eerst een gewone
lening aan de orde is geweest. In september is toen de spoed
eisende raadsvergadering gehouden. Daarna is men gaan denken
over een premielening. Toen is de premielening van Rotterdam ge
komen, die ook is mislukt.
De heer ORANJE is bijzonder verheugd over hetgeen de voor
zitter thans heeft gezegd. Het zou hem nog meer hebben verheugd,
wanneer de voorzitter dit dadelijk had medegedeeld.
De VOORZITTER zegt de feiten nu rustig te kunnen vertellen,
want het is allemaal oude koek. Indertijd was het echter inside
information, waarover hij niet alles kon vertellen»
Mevrouw LANDWEER-de Visser merkt op, dat de heer Oranje
naar aanleiding van de uitspraak van de heer Schaafsma heeft
gezegd, dat de raad thans weet, hoe diens fractie over een pre-
mielening denkt. Dit is niet juist, want de heer Schaafsma
heeft weliswaar eerst gezegd "ons", maar later uitdrukkelijk
gesproken van "mijn standpunt". Hij heeft namelijk niet namens
de protestants-christelijke fractie gesproken.
De VOORZITTER; Ik wil mijn waardering uitspreken voor het
inzicht en het gevoel voor realiteit, dat de raad heeft getoond
door op het ogenblik niet over de premielening te willen spre
ken. Jij moeten in de raad zaken doen en niet discussiëren over
kwesties, die niet van belang zijn.
166. Rondvraag,
De heer ORANJE zegt, dat in een van de oormiiissievergaderin
gen het een en ander is medegedeeld over de lening, die de re
gering bij de institutionele beleggers heeft besloten en die
weer ten goede zal komen aan de gemeenten. Zou het college in
de volgende vergadering een uiteenzetting kunnen geven of een
- nota -