- 22 oktober 1957 -
144.
toezegging niet had gedaan, was indertijd hot "besluit
van de raad wellicht anders uitgevallen. Hi~r ligt het
punt, waarom spreekster de gevolgde gang van zaken g^en
stijl vindt. Er is oen bepaalde situatie geschapen,
daarna verandert de situatie en dan zegt hot college.':
wij moesten overeenkomstig hot door de raad genomen
besluit de zaak afwerken. Dit is niet juist. De zaak
moest onder bepaalde voorwaarden worden afgewerkt. Dat
is niet gebeurd. Daar had de raad in gekend moeten wor
den. Thans is de raad gepasseerd.
De heer VER8TEIJHE gelooft, dat men geen prestige
overwegingen een rol moet laten spelen. Do hoofdzaak is
het belang van de betrokkenen. Men staat hier voor een
voldongen feit. Spreker vindt het beroerd, dat do gehan
dicapten nu naar Amersfoort moeten. Maar laat men de
zaak voor deze mensen niet nog moeilijker maken door
tegen het voorstel te stemmen.
Spreker dringt er op aan het contact van do ambte
naar van sociale zaken met de betrokkenen te handhaven.
Hij zou het voorts op prijs stellen, wanneer de raad een
verslag krijgt van de C.A.Ï7.A. over de geplaatsten,
waarbij niet alleen aan de bedrijfseconomische, maar
ook aan de menselijke kant van de zaak aandacht wordt
geschonken.
De heer HJTZELAAR merkt op, dat het volgons het
college in juli nog niet bekend was, dat de werkplaats
te Soest zou worden opgeheven. Wanneer men een huis,
school of streekwerkplaats bouwt dan weet men twee
maanden voor het beëindigen van de bouw echter wel, hoe
groot het bouwwerk zal worden. Zo moet het ook in juli
bekend geweest zijn, dat de streakwerkplaats niet aan
110, maar aan 180 gehandicapten plaats zou kunnen bie
den. Ik geloof daarom, zo zegt spreker, dat wij hier om
de tuin zijn geleid. Vermoedelijk is de oorzaak daarvan
gelegen in het feit, dat het college te weinig aandacht
aan deze aangelegenheid heeft geschonken. Spreker wil
echter de principiële kant van de zaak loslaten en hij
zal in het belang van de gehandicapten zijn stem aan de
voo rdra cht gevo n
Do heer SCHAAF SMA zegt, dat alles er op wijst, dat
samenwerking tussen de gemeenten noodzakelijk is. Dit
is ook op dit gebied het geval. Soest bouwt samen met
Baarn al een vuilverwerkingsinstallatie, terwijl voorts
op het terrein van de gemeente Zeist een zuiveringsin
stallatie wordt gebouwd. Dat m bij do thans aan de orde
zijnde samenwerking fouten bij de procedure zijn gemaakt,
is voor spreker allerminst aanleiding om nu deze gehele
samenwerking nier meer te willen. Wanneer Soest over een
aantal jaren in plaats van 26.000 wellicht 50.000 inwo
ners heeft, kan men het vraagstuk vanuit een einder oog
punt bekijken. Thans echter moot de raad accepteren
hetgeen hem hier in het belang van de gehandicapten
wordt voorgelegd. Men staat voor het feit, dat de samen
werking tussen de gemeenten hoe langer hoe intensiever
wordt. Door deze ontwikkeling togen te gaan zou men het
paard achter de wagen spannen.
De heer CIEMSïJS valt het op, dat de heer Schaafsma
aan de ene kant op het gemeenschapsgevoel wijst, terwijl
hij aan de andere kant vindt, dat wanneer de gemeente
dubbel zo groot zou zijn, dit gemeenschapsgevoel ach
terwege kan blijven, want. dan kan Soest zichzelf redden.
au au au