- 30 januari 1957 - 15.
gerust een eind ver weg liggen, maar speelterreinen behoren
in de buurt van de woningen te zijn.
Bij de aankoop van grond van het Soesterbergse kerk
bestuur verklaarde dit; Het is op het ogenblik zo'n aardig
speelterrein; als de gemeente maar zorgt, dat er voldoende
speelterrein voor de kinderen komt - dus niet alleen voor
kinderen van de richting van de kerk - willen wij graag
medewerken. Doordat de gemeente een klein speelveldje
heeft kunnen projecteren, heeft de verkoop doorgang kunnen
vinden.
Het voorstel van b&w wordt hierop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Clemens verkrijgt op zijn verzoek aantekening,
dat hij zich rnet het door hem bekritiseerde onderdeel van
het uitbreidingsplan niet heeft verenigd.
Voorstel tot;
a. Aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de Chr.
school voor g.l.o. aan de Postweg te Soesterberg (1-938).
b. Aanschaffing van nieuwe sets voor de leerkrachten als
mede een stofzuiger ten behoeve van de R.K. meisjesschool
voor g.l.o. aan de Steenhoffstraat (1-936).
De heer ORANJE vraagt de aandacht van de raad voor een
meer algemeen aspect, dat aan dit voorstel ten grondslag
ligt en verder ter sprake komt bij volgende voorstellen.
Behalve dit voorstel vermeldt de agenda er nog enige tot
een gezamenlijk bedrag van ruim een half miljoen, hoewel de
raad weet, dat er geen geld beschikbaar is. Welke indruk
moet dit maken naar buiten? De raadsleden begrijpen wel hoe
het zit, maar op verschillende plaatsen zal men ten onrechte
denken straks de gelden wel te zullen krijgen. Is het niet
gewenst, dat de voorzitter op deze voorstellen een nadere
toelichting geeft, opdat duidelijk worde hoe men ze moet
begri jpen?
De VOORZITTER wil dit gaarne doen. In verband met de
moeilijkbeden op de kapitaalmarkt wordt de volgende nieuwe
procedure gevolgd. De raad neemt de noodzakelijke besluiten,
die op het gebied van het lager onderwijs zeer sterk bij de
wet zijn geregeld. Dan komt punt twees de uitvoering. Daar
voor is de medewerking van gedeputeerde staten nodig.
Gedeputeerde staten moeten een begrotingswijziging altijd
goedkeuren. Daarnaast moeten zij thans beoordelen, of het
betrokken werk in verband met de kapitaalsvoorziening ver
antwoord is. Een deel van de gemeentelijke verantwoordelijk
heid wordt dus verlegd naar gedeputeerde staten en voor
grotere bedragen naar de minister van binnenlandse zaken.
De gemeente moet het werk, dat normaal voortgang moet
vinden, mogelijk maken door de daarvoor vereiste besluiten
te nemen en de kredieten te voteren. Dan zullen gedeputeer
de staten beoordelen, of het mogelijk is dit werk tot uit
voering te brengen. Aangezien de regeling nog geheel nieuw
is, heeft men nog geen enkele ervaring met de werking ervan
in de praktijk.
De heer ORANJE; Betekent dit, dat wij een soort ver
langlijstje gaan maken?
De VOORZITTER; Dat is te zwak. De raad spreekt uit wat
er gedaan moet worden. De gemeente kan geen geld lenen. Om
aan geld te komen heeft zij de Bank van Nederlandsche
Gemeenten. Het lenen van kort geld gaat nog wel, maar vaste
- leningen -