- 17 december 1957 -
163 o
Mevrouw LANDWEER-de Visser heeft er eigenlijk bezwaar
tegen deze straat StTheresiastraat te noemen. Haar bezwa
ren gaan niet tegen Iheresiastraatmaar wel tegen "St.".
Soest bestaat voor een deel uit katholieken. Het merendeel
van de Soester bevolking is echter niet katholiek. En het
plaatsen van "St." voor een naam is zuiver een katholieke
instelling. Spreekster dringt er bij haar mederaadsleden
op aan Theresiastraat te handhaven, maar "St." achterwege
te laten. Een straat mag niet het bepaalde cachet van de
een of andere godsdienst dragen.
De heer CLEMENS frappeert het niet, dat mevrouw Land
weer met dit bezwaar komt. Ook ten aanzien van de naam
StBonifacius heeft zich iets dergelijks voorgedaan, Aan
de onderhavige straat staat de r,-k. StTheresiaschool
Wanneer de straat hiernaar wordt genoemd, is het niet meer
dan behoorlijk haar ook St, Theresiastraat te noemen.
Spreker begrijpt niet de bezwaren van mevrouw Landweer
tegen "St,", In haar kring wordt ook St. Nicolaas gevierd.
Waarom maakt zij geen propaganda om dit feest "ïüaasf eest
te noemen?!
Mevrouw Landweer doet een beroep op de raad. Spreker
hoopt, dat de raad met dit antipapistische relletje niet
zal meedoen, want zo beschouwt de IÏ.V.P.-factie dit.
Mevrouw POLET-Musler merkt op, dat mevrouw Landweer
een scheiding maakt tussen katholieke en niet katholieke
inwoners van Soest, daarbij de niet katholieke inwoners
over een kam scherend, Dit is ook een fout. Er zijn ge
noeg mensen in Soest die, hoewel niet katholiek zijnde, er
toch geen bezwaar tegen hebben een straat naar een heili
ge te noemen, en daarbij de volle naam van de heilige te
gebruiken. Zij hebben er begrip voor, dat in katholieke
kring Theresiastraat tout court niets zegt.
Niettemin heeft spreekster bezwaar tegen de voorgestel
de naam. Zij vindt die van een geestelijke armoede getui
gen; de school heet naar St. Theresia en dan noemt men de
straat er ook maar naar. Was er dan niet, wanneer men in
deze richting zoekt, een andere naam te bedenken die past
bij het onderwijs en speciaal bij dat aan meisjes? Dit was
spreeksters eerste opwelling, wat niet wegneemt, dat zij
zich kan voorstellen, dat de voorgestelde naam voor een
bepaalde categorie van protestanten moeilijk is te aan
vaarden. Zij doet de suggestie deze straat naar Prof. van
G-irmeken, de beroemde katholieke taalgeleerde, te noemen.
Dan blijft men toch in de sfeer van het onderwijs, terwijl
men de straat tevens naar een katholiek noemt. Spreekster
wenst namelijk in geen geval ook maar de minste schijn
op zich te laden, dat dit van haar kant een soort antipapi
me zou zijn.
De heer BUTZELAAR wijst er op, dat de raad bewust de
mensen, naar wie men een straat noemt, steeds voluit heeft
aangeduid. Zo heeft men bijvoorbeeld niet de Schreuderlaan
maar de Inspecteur Schreuderlaan. Het zou onjuist zijn van
deze gedragslijn af te wijken door thans een gebroken
straatnaam vast te stellen, en dat is Theresiastraat.
De heer ORANJE zegt, dat voor hem als liberaal deze
kwestie zeker niet zo scherp ligt als voor mevrouw Land
weer. Hij kan in het betoog van mevrouw/ Landweer echter in
- het -