- 30 januari 1957 - 24.
te houden. Een klein bestuur van 5 mensen, die actief
aan het werk willen deelnemen, is beter in staat iets
tot stand te brengen met het bestaande theater dan een
groot bestuur» Het theater is eigenlijk een tweede
rangs theater. Laat men met bescheiden middelen trach
ten het voor het bestemde doel dienstbaar te maken en
daarom het bestuur zo klein mogelijk houden. Wanneer
daaraan behoefte zou bestaan, kan in de toekomst het
bestuur altijd nog worden uitgebreid»
Mevrouw POLET-Musler gelooft niet, dat de zaak
door het bestuur van 5 op 7 mensen te brengen duurder
wordt. Het huidige theater is niet het openluchttheater
van Bloemendaal, maar er is toch best iets aardigs mede
te bereiken. Juist een iets breder contact met de be
volking en ook met de raad zou daarom wenselijk zijn.
Wanneer meer mensen er mede te maken hebben, breidt dit
zich uit als een olievlek. En wil het Openluchttheater
slagen, dan moet het gedragen worden door de gehele
bevolking
Be wethouder VAN DEN AREND; Hoe groter het bestuur
wordt, hoe minder effectief het werkt.
Mevrouw POLET-Musler; Een bestuur van 7 personen
is toch niet zo groot.
De heer ORANJE ondersteunt het voorstel van mevrouw
Polet. Hij erkent de bezwaren van een groot bestuur,
maar de voordelen daarvan zijn in het onderhavige geval
belangrijker.
Mevrouw POLET-Mulser vraagt, of zij het college
heeft overtuigd.
De VOORZITTER; Ik weet niet, hoe het college
erover denkt. Het is niet zo, dat wij uw voorstel ont
raden. Er is iets tegen het groter worden van het be
stuur. Aan de andere kant voelt het college iets voor
uw argumenten
Hierop wordt het voorstel van mevrouw Polet-
Musler in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 7
stemmen.
Voor hebben gestemd de leden; Van ïïely, Grift, De
Haan, Pieren, Van Zadelhoff, mevrouw Polet-Musler
Oranje, Butzelaar en Versteyne.
Tegen hebben gestemd de leden; Van den Arend,
Brouwer, Zoetelief, Klarenbeek, Clemens, Schaafsma en
Dorresteijn.
De heer Hilhorst was tijdens deze stemming niet
meer ter vergadering aanwezig.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het gewijzigde voorstel besloten.
In verband met de aangebrachte wijziging wordt de
benoeming van de bestuursleden van de stichting tot
beheer van het Openluchttheater aangehouden tot de
volgende vergadering.
24. Voorstellen inzake vergoeding vervoerskosten als be
doeld in artikel 13 der Lager-onderwijswet 1920
(1-934-954).
25. Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse
lesuren vakonderwijs aan enige openbare scholen voor
het jaar 1957 (1-935
- Deze -