- 22 maart 1957 - 32. kennelijk ook technisch zeer moeilijk ligt. Het is zeer lastig vast te stellen wat er in feite is geleurd. Men is het daarover niet eens en hoopt in de puinhopen bewijzen voor de feitelijke toedracht te vinden. Elk der maatschappijen hooptdat de zaak zich zodanig heeft toegedragen, dat de ander ervoor moet opdraaien. Men wil het tot de bodem uitzoeken en daarom kan de puinhoop nog niet worden opgeruimd. Het is zeer onaan genaam, omdat daardoor nog niet kan worden gebouwd, zodat de familie De Ruiter, die begrijpelijkerwijze vlak bij het bedrijf wil zitten, in moeilijke en onaangename omstandigheden verkeert. De gemeente kan slechts de grootst mogelijke service en welwillendheid betonen bij de nieuwbouw5 het gedeelte waarbij zij te pas komt, is gereed. De deskundigen hebben spreker medegedeeld, dat zij over enkele weken een rapport zullen uitbrengen, maar over de feitelijke toedracht is men nog niet eens tot overeenstemming gekomen. De heer ORANJE zegt, dat het de schoonheidscommis sie altijd gemakkelijk is gevallen, allerwege geen waardering voor haar beslissingen te vinden. Daarom heeft hij in het verslag met genoegen gelezen, dat de commissie tot zelfkritiek wil komen. Ook deelt de com missie mede, dat zij een keer ter plaatse is wezen kijken. Spreker verzoekt het college de commissie te animeren, zich vaker ter plaatse' .op de hoogte te stellen. De wethouder VAN ZADELHOEE' cleelt mede, dat de ge meente vaak een auto beschikbaar stelt om de commissie daartoe gelegenheid te geven. De grote moeilijkheid is echter, dat men de leden van de commissie niet gemak kelijk in vergadering bijeen kan krijgen. Zonder te willen zeggen, dat dit een gevolg is van te lage hono rering, deelt spreker mede, dat het college bij de volgende begroting zal voorstellen het honorarium te verhogen. Het ligt in de bedoeling dat de commissie iedere veertien dagen zal bijeenkomen. Daartoe zal zij moeten worden uitgebreid, hoewel het bezwaarlijk is, wanneer eenzelfde zaak in twee vergaderingen moet worden beoordeeld en dan niet telkens dezelfde leden aanwezig zijn, want ieder heeft; zijn persoonlijke inzicht. De heer ORANJE is van oordcel, dat het antwoord van de wethouder langs zijn opmerking heengaat. Hij heeft namelijk over de aard van de beslissingen gesproken, die z.i. geen verband houdt met de vergoeding. De wethouder VAN ZADELHOF]? zegt, dat dit uiteraard niet het geval is. Spreker heeft de honorering slechts in verband gebracht met het aantrekken van nieuwe leden. Hij zou niet graag de indruk vestigen, dat het niet bij wonen van de vergaderingen een gevolg zou zijn van te lage honorering, maar wanneer nog andere en ook jongere leden moeten worden aangetrokken, kan de vergoeding toch wel een rol gaan spelen. Mevrouw LANDWEER-de Visser verheugt zich over de voorgenomen uitbreiding van de schoonheidscommissie, want er worden bouwwerken goedgekeurd, waarvan bijna iedereen zegt; Hoe is het mogelijk! Zij is sterk voor verhoging van de vergoeding, opdat er nieuw bloed in de oommissie kan komen. -• De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 64