- 26 april 1957 - 49 dauwpunt9 d.w.z. de waterdamp in de huizen condenseert in de perforadaken, hetgeen kortsluiting ten gevolge kan hebben. De tweede moeilijkheid is, dat de zware betonlijst aan deze daken geen goed doet. De moeilijkheden ten aanzien van deze huizen zijn dus in tweeen te splitsen. Niemand heeft deze moeilijkheden ten tijde van de bouw kunnen voorzien. Door de ervaring is men wijs geworden. Ook spreker had ten aanzien van de verbetering van deze huizen meer steun uit Den Haag verwacht, niet zozeer in de vorm van een bijdrage, maar wel in de vorm van toe stemming voor huurverhoging. Deze huizen doen nog geen 7,— per week. Door een huurverhoging van 1,— zou men voor deze tijd in het geheel geen abnormale huur krijgen, want deze woningen hebben in feite het woongenot van een woning van 290 m3De inhoud is weliswaar 260 m3maar er zit geen dak op. Door een dergelijke huurverhoging zouden de werkzaamheden kunnen worden gefinancierd. Het college heeft herhaalde pogingen aangewend die huurverhoging er door te krijgen. In Den Haag deinst men echter hiervoor terug, mede met het oog op de consequenties ten aanzien van andere gemeenten. Wanneer Den Haag het Soest toestaat, komen er meer gemeenten. Spreker gelooft niet, dat het zin heeft nog meer pogingen aan te wenden om Den Haag te bewegen de gemeente te helpen. Dit werk zal dus moeten worden gefinan cierd uit het reservefondsdat op het ogenblik 60.000, bevat. Wanneer alle woningen op deze wijze worden verbeterd, zal men over enige jaren met een negatief reservefonds moeten werken. De heer VAN Vi/ELY zegt, dat hij het onbillijk blijft vinden. Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of het niet mogelijk is gezamenlijk met andere in dezelfde omstandigheden ver kerende gemeenten aandrang op Den Haag uit te oefenen. De heer HILH0RST vraagt, of het aanbrengen van platte daken op de huizen door de regering was voorgeschreven. Of heeft de gemeente dit zelf gewild? De wethouder VAN ZADEDH0FF deelt in antwoord aan de heer Hilhorst mede, dat het aanbrengen van platte daken een uitvloeisel is van het feit, dat de huizen niet groter mochten zijn dan 260 m3 in totaal. Wanneer de huizen met een kap waren gebouwd, zou de nuttige inhoud niet meer dan 230 m3 zijn geweest. Er is toen een prijsvraag uitgeschreven. Het plan van de winnaar was echter te duur. G-een enkele aan nemer was bereid de huizen voor de gestelde prijs te bouwen. Toen is gemeentewerken met een plan gekomen, waarbij een proef werd genomen met platte daken, zodat men 260 m3 nuttige inhoud kreeg. Om de huizen voor de gestelde prijs te bouwen, mocht de theoretische kap er bij worden gerekend. Er mocht voorts slechts 2 m3 hout per woning worden gebruikt. Men heeft toen het hout aangewend voor behoorlijke deuren en een stenen dak gemaakt. Daardoor zijn de moeilijk heden ontstaan. De proef met perforadaken was op dat moment natuurlijk wat voorbarig. Men had namelijk te weinig ervaring met perforavloeren als dakbedekking. Tenzij het woongenot wordt verbeterd wenst de regering geen toestemming voor huurverhoging te geven. Mevrouw LANDWEER-de Visser merkt op, dat de wethouder zegt, dat de regering terugschrikt - voor -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 98