- 17 april 1958 - 26.
49. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de
verbetering van de afrastering van een gedeelte van het
terrein behorende bij de school voor g.l.o. aan de Beetz-
laan (1-1150).
50. Voorstel tot het verlenen van een aanvullend krediet ten
behoeve van de aanschaffing van kleutersets voor de Chr.
Kleuterschool aan het Drift je (1-1151).
51. Voorstel inzake de tarieven van het Soester Natuurbad
(IV-1156)
De voorstellen sub volgnr.49 tot en met 51 worden
achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
52. Voorstel tot het aangaan van een geldlening met de N.V.
Bank voor Nederlandsche gemeenten ad 90.000,- (IV-1157).
De wethouder VAN DEN AEEND zegt dat in een der bladen
zeer terecht is opgemerkt, dat over de aflossingsvoorwaar-
den van deze lening met geen woord wordt gerept. De Bank
voor Nederlandsche Gemeenten mag niet uitlenen zonder
toestemming van de minister van financiën. Deze bank heeft
het bedrag van de lening voor de gemeenten beschikbaar ge
steld onder dezelfde voorwaarden als zij de gelden heeft
geleend. Zij heeft zich alleen het recht van vervroegde
aflossing voorbehouden. Uit de voordracht van het college
blijkt in het geheel niet, dat ook de gemeentebesturen
daartoe gelegenheid zouden hebben. De schrijver van het
artikel komt terecht tot de conclusie, dat de gemeenten
min of meer de dupe worden van de financiële politiek van
het rijk. Spreker doet daarom voorlezing van het volgende
gedeelte van een brief van de N.V. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten van 4 februari 1958 aan de gemeentebesturen.
"Wij gebruiken deze gelegenheid om u een nadere toelich
ting te geven ten aanzien van een punt, hetwelk betrekking
heeft op het concept van het leningscontract, dat wij heb
ben gezonden aan alle gemeenten, voor welke de tot en met
18 januari j.1. uitgesproken voorkeur een bedrag van
5.000,-- of meer beloopt.
"In dit concept is gesteld, dat vervroegde aflossing
van het leningsbedrag zal zijn uitgesloten. In dit opzicht
is er verschil rnet de voorwaarden, welke op de door ons
uitgegeven Rentespaarbrieflening van toepassing zijn. Daar
in hebben wij ons de bevoegdheid voorbehouden per 1 maart
1968 de uitgegeven rentespaarbrieven tegen een koers van
175% vervroegd aflosbaar te stellen. Deze vervroegde aflos
baarstelling kan uitsluitend alle nog uitstaande rente-
spaarbrieven betreffen.
"In d.eze laatste bepaling, welke gedeeltelijke ver
vroegde aflosbaarstelling uitsluit, komt het bijzondere
karakter van de lening tot uitdrukking. Het blijkt voorts
uit de gehele constructie van de lening. Het is dit bij
zondere karakter, hetwelk het nodig maakt, dat het initia
tief tot eventuele vervroegde aflosbaarstelling van onze
instelling zal moeten uitgaan. Met het oog hierop kon in
de met de gemeenten te sluiten overeenkomsten de mogelijk
heid tot vervroegde aflossing niet word.en opgenomen. Niet
temin stellen wij er prijs op bij deze te uwer kennis te
brengen, dat wanneer de bank van bedoelde bevoegdheid ge
bruik zal maken, zij - ind.ien zij alsdan de gemeenten niet
in de gelegenheid zou kunnen stellen onder voorwaarden als
- voor -