53 terwijl de regeering herhaaldelijk op houw aandringt. Ie heer Logemaat Yiaagt of-het hier oen particulieren weg "betreft, waarop de Voorzitter een bevestigend antwoord geeft De heer de Koning, die het eone gestelde "beginsel wcnscht te handhaven, zegt, dat de arbeiders wel eens hui zen bouwen, naar dat deze huizen ook soms wear spoedig te koop staan. De huizen worden dan soms met een zoet winstje verkocht, Door de nieuwe eigenaars wordt dan om wegverbete- ring aangedrongen, waardoor de gemeente in moeilijkheden gebracht kan worden,, Spreker wenscht de Koninklijke beslis sing' af tc wachten, omtrent een kwestie welke zich elders voorgedaan hoeft met betrekking tot de storting eener geld som op dezelfde wijze zooals in deze gemeente geschiedt. De Voorzitter brengt onder do aandacht, dat de betrek kelijke bepalingen in dc verordening op het \7egenfonds des tijds vastgesteld werden in het belang der gemeente» Vroe ger bouwde iedereen maar en de gemeente moest dan maar zor gen voor verharding der wegen» De gemeente kan onmogelijk uit de belastingen alle wegen verharden. Spreker acht de te storten bedragen niet te hoog» Deze zijn betrekkelijk van wainig invloed op oen bouwsom van oen huis. Bovendien is van onbillijkheid geen sprake, daar de rente van het ge storte bedrag na 5 jaar, wanneer dc weg dan nog niet is verhard, wordt vergoed,, Dc heer van lek zegt, dat hij wel voor handhaving van hv t principe is, doch do t gonwoordigc toestand vindt spre ker onbillijk, Vel.-n staan thans grond af voor wegaanleg, botal ':n voor verharding, terwijl zo ook nog worden aanga- slagen in d, struatbolasting* Dc voorzitter antwoordt, dat indertijd reeds op oenige adressen gedeeltelijke kwij fcs'.hclding van straatbelasting verleend. Zij, die reeds een bedrag voor onderhoud gc-we stort "nebben, kunnen, indien de weg verhard wordt een dus danig verzoek om gedeeltelijke kwijtschelding van straatbe lasting indienen, waarop de Raad dan een beslissing kan ne men. De heer Besselsen merkt op, dat hetgeen docr den heer Kilhorst aangevoerd is over een aandrang der regeering be treffende de Landarbeiders, niet juist is» Dc voorzitter zegt, dat er z„i. geen bezwaar zou bestaan om een enkeling, die op de hei of aan een zandweg wil wonen, hiertoe vergunning te verleenen, doch geheel anders wordt het, indien gebouwd wordt voor speculatie .Dan zouden dooi de bewoners allerlei ad-rossen voor verharding ingediend wor den. Daarom wenscht spreker de thans geldende bepalingen te handhaven. De heer Kilhorst merkt op, dat eertijds wel besluiten genomen zijn om aan zandwegen te bouwen, doch onder voor waarde, dat geen verzoek om verharding zou worden ingediend» Voor zoover spreker bekend, zijn dergelijke verzoeken van bedoelde personen niet ingekomen. De voorzitter zegt, dat tooh cloor volgende eigenaars dergelijke verzoeken ingediend kunnen worden. Ds heer Kilhorst vindt de thans geldende bepalingen onbillijk voor een deel der inwoners, die wel kunnen mede betalen aan de belastingen en er niet van profiteeren. De arbeiders uit de achterbuurten worden vergeten. Thans wor den voor wegverharding geiden gestort uit de beurzen der arbeiders. Spreker vindt dit onrechtvaardig, en zou liever belastingverhooging adviseeren, dan dezen toestand langer te bestendigen» Voorts is oer zuinig beheer der wegen ge- we nee ht De heer van den Br seiner merkt op. dat we te laat met de wegen zijn begonnen en dat nu alles tegelijk komt. De heer de Koning wij et op den veranderden toestand in Soest.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 140