G3. ander door voorbeelden toe, De Voorzitter zegt, dat thans van kracht is de be paling, dat Burgemeester en leenhouders bij uitzondering ont heffing kunnen verleenen, bij uitbreiding van bestaande ge bouwen. De andere door den heer van Doorne genoemde bepaling is nog niet goedgekeurd. Gedeputeerde Staten hebben bij schrij ven van 5 Januari 1926 in overweging gegeven een wijziging en opnieuwvaststelling van de artt. 8 en 13 der Bouwverordening. In de eerstvolgende vergadering zal een wijzigings-verordening betrekking hebbende op deze artikelen, ter vaststelling wor den aangebodenHet thans vaststellen van een geheel nieuwe verordening lcomt Burgemeester en Wethouders minder gewenscht voor, aangezien liet in verband niet het den Baad aangeboden ontwerp-uitbreidingsplan, toch binnenkort noodzakelijk zal zijn tot vaststelling van een geheel nieuwe bouwverordening over te gaan. De heer van Doorne vraagt of de tegenwoordige redac- tie dus luidt dat Burgemeester en Wethouders bij uitzondering- ontheffing kunnen verleenen, waarop de voorzitter bevestigend antwoordtgeeft De heer van Bek meent dan, dat uitzonderingen regel zullen worden. De heer van Doorne brengt vervolgens ter sprake het geval met HejBruining, waarbij de gemeente-politie niet is opgetreden, zooals dat behoorde, en op last van den Officier van Justitie proces-verbaal werd opgemaakt door een Bij?£3veldwachterSpreker zegt dat vandaag reeds verschillen de getuigen zijn gehoord. Het betreft hier een geval van huis vredebreuk. en de politie heeft gezegd;"her is een civiele zaak, we hebben daarmede niets te maken". Hoewel dit geval wel buiten den Baad staat, meent spreker er de aandacht op moeten vestigen, dat de politie zich eerst tot den "Burgemees ter als hoofd der politie had moeten wenden, om diens oordeel te vernemen,, De heer Besselsen meent dat het rechtsgevoel wordt gekrenkt, indien geen proces-verbaal wordt opgemaakt. De heer van Doorne zegt, dat, indien de politie actief was geveest de deuren en ramen door den huisbaas niet waren weggenomen. De voorzitter vraagt zich af veile nut in deze voor de betrokkene het opmaken van een proces-verbaalnadat het feit was gepleegd en de deur en de ramen er uit waren geno men, had gegeven, De heer de Koning zegt nog hoe de politie had kun nen handelen en daardoor, al was zij onzeker over de rechten van den huisbaas, tijd had kunnen winnen en daardoor alles had kunnen voorkomen. De heer van Doorne zegt, dat hem ter oore gekomen is, dat mest, bestemd voor een heg op gemeenteterrein, waar vroeger de tramremise stond, terecht gekomen is in een aan grenzend cn tuin. Spreker zou wei wenschen, dat een onderzoek hieromtrent wordt ingesteld. De voorzitter belooft een onderzoek toe. De heer Besselsen .vijst er nog op, dat door den huiseigenaar van Zeeland aan een ouden man een huis is ontno men. Deze man heeft thans geen woning, tengevolge waarvan hij nu in een ondergrondsch. hoi woont, met zakken gedekt.Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders ook voornemens zijn maat regelen te treffen, opdat dezer, man een behoorlijk onderdak wordt gegeven, Wethouder van den "erg deelt mede hetgeen hij over dit geval heeft medegemaakt. Spreker acht de zaak niet zon erg ais

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 160