71
s.
De heer de Koning vindt dat men kan zeggen dus thans zoowat
aan het kantje van f 240.000,- te zijn. Spreker dringt er op aan
te zorgen dat «ver 3 maanden niet weer opnieuw moet worden ge
leend.
De heer Endendijk merkt evenwel op dat een beduidende uitbrei
ding van denoorprcnkelijken opzet heeft plaats gehad, hetgeen
ook, al is het buizennet in verhouding lager aangenomen dan ge
dacht v/as, meerdere uitgaven vordert.
De heer de Koning zou dan een volgende leening "uitbreiding"
willen noemen.
De heer Endendijk zegt dat dit ook zijrm bedoeling is.
De Chef der afdeeling Einanciën merkt op dat gevoegelijk eerst
dan van uitbreiding zou kunnen worden gesproken wanneer, nadat
men eenmaal met de exploitatie is begonnen,nieuwe werken resp.
uitbreidingen tot stand komen. Zoolang het bedrijf niet exploi
tatievaardig is. kan moeilijk van gewone uitbreiding sprake zijn.
De heer van Doorne wil ook op een gegeven oogenblik een streep
zetten, en zeggen tot zoover is "stichting", wat daarna komt "uit
breiding"
Ee Chef der afdeeling Einanciën licht toe dat in wezen geen
verschil maakt of b.v. buizen, aansluitingen enz.in het begin van
den opbouw dan wel tegen het einde daarvan tot stand komen; al
hetgeen noodig is om het bedrijf tot exploitatie gereed te maken
zou stichting kunnen worden genoemd.
De heer de Koning vindt het toch wel goed een zuivere split
sing te hebben tusschen stichtings- en uitbreidingskosten. Ver
warring moet worden voorkomen want stichting is niet hetzelfde
als uitbreiding. Spreker wil stichting en uitbreiding scherp ge
scheiden houden.
De heer van Eek vraagt of het veel moeite geeft het bedrag der
leening thans met f 10.COC,- te verhoogen, om hiermede den kans
te ontloopen later nogmaals voor stichtingskosten te moeten lee-
nen.
De Voorzitter antwoordt dat moeilijk kan worden geleend voor
iets wat nog niet bekend is, en wijst er op dat het bedrag net
1 Mei geleend moet zijn,
De heer de Koning zou toch gaarne weten waar men met de kosten
aan toe is.
De heer Besselsen vindt dat men,gezien de oorspronkelijke be
grooting van het bedrijf, niet boven de f 240.000,- moet leenen.
De Voorzitter merkt op dat men reeds aan het "uitbreiden" is;
evenwel op dit oogenblik kan niet méér geleend worden.
De heer de Koning vindt dat als f 10.000,- van een leening over
is, ruimer kan worden gewerkt.
De Voorzitter geeft te kennen, dat reeds nu niet aan den eer
sten opzet is vastgehouden; er is thans al uitbreiding.
De heer Endendijk vraagt of men administratief niet onder uit
breiding kan brengen hetgeen meer dan de eerste begrooting wordt
uitgevoerd, zooals b.v. de reeds genoemde meerdere 222 aanslui
tingen.
De heer van Eek vraagt of het administratief mogelijk i§om,
waar het bedrijf nog niet in werking is, reeds van uitbreiding
te spreken.
De heer van Doorne vindt ook dat de opzet van 600 aansluitin
gen als basis kan worden genomen. Het meerdere is dan uitbrei
ding. Ten aanzien van de leening oorspronkelijk groot f 157000,-
waarvan een deel wordt geconverteerd en waarvan een overzicht
der ondevdeelen waarvoor de leening oorspronkelijk heeft ge
diend bij de stukken lag, kon Spreker enkele cijfers niet verge
lijken met bldz.81 van de memorie 1927, Wel werd hem hedenmiddag
voldoende toelichting ter secretarie verstrekt, doch Spreker
vindt het wel wenschebijk in de toekomst een zoo uitgebreid mo
gelijke toelichting bij de stukken te voegen, opdat de Raad zich
een zuiver oordeel kan vormen over de zaken,die goedkeuring ver-
eischen. Ook ten aanzien van de te leenen f 120.000,- wist Spre
ker niet waarvoor precies geleend moest worden. Wel heeft Spreker
thans een uitgebreide specificatie voor zich, doch dat hij volko
men tevreden gesteld is, kan hij niet zeggen;in verband hiermede
zal