85. dat zij zich. ten opzichte Tan de financieele zijde ,op mo reel standpunt zal plaats en,waaraan trouwens door niemand zal getwijfeld worden,"blijkens de Terklaring Tan den voor zitter in den raad,toen den heer van Eek daarnaar werd ge ïnformeerd .Bi j voorbaat wil ik mij ook nu reeds verklaren tegen het voorstel van Burgemeester en "Wethouders om de voorgestelde commissie te benoemen teneinde geen f 300,- cadeau te geven, en stel ik voor aan den Wethouder van Publieke Werken en den heer van Eek op te dragen een onder soek in te stellen en daarvan rapport uit te brengen,met toekenning van een behoorlijke vergoeding voor speciale werkzaamheden. De Voorzitter merkt naar aanleiding van het door den heer Endendijk gesprokene ten aanzien van de verschillende uitspraken ontrent de kunde van den lieer Van Vliet op,dat Burgemeester en Wethouders geen smet op den gemeente-archi tect hebben willen werpen, noch zijne schorsing of ontslag hebben willen voordragenaangezien Spreker er van overtuigd is dat de architect ook ongetwijfeld inzake het gasbedrijf getoond heeft uitmuntende eigenschappen te bezitten.Spreker herhaalt nog eens dat het hem bij de gunning niet bekend was dat Priem en Boesrma niet in staat waren het werk uit te voeren.Het college ontkent absoluut geen schuld, Dit blijkt ook wel uit het rapport ,doch Spreker wil het licht laten vallen op de voorlichting,welke Burgemeester en V/et- houders gegeven werd. Telkens werd de mededeeling aan Burge meester en Wethouders gedaan dat het werk spoedig gereed zoude zijn,en later bleek dat die mededeelingen niet vol doende gefundeerd waren. De heer Endendijk meent dat niet alle schuld op den gemeente-architect rust. De adviezen van den architect zijn toch immers gegeven in overleg met Wethouder van Elten. Wethouder van Elten ontkent dit.Had Spreker schuld,dan zou hij dat bekennen. Spreker zegt niet schuldig te zijn aan die uitvoering van den technischer dienst. Spreker heeft steeds aangedrongen op spoedige uitvoering van het werk. Burgemeester en Wethouders hebben echter de ambtenaren waar op ze moeten kunnen vertrouwen. Wethouder van den Berg merkt naar aanleiding van het door den heer Endendijk gesprokene op dat het schilderwerk van het Gemeentehuis door bijzondere omstandigheden in eigen beheer werd uitgevoerd.De schilder van Laer, die het werk met een anderen schilder in daggeld heeft uitgevoerd, kwam ten laste van Armenzorg.Door hem aan het werk te zetten kon op Armenzorg worden bespaardterwijl een bedrag van eerder uitgekeerden steun op het loon kon worden ingehouden. Met betrekking tot het door hem gezegde: "Van Vliet mag wezen wie hij wil,maar t is een flinke kerel,brengt Spreker in herinnering de dagen toen hier voor het Gemeentehuis 150 a 200 werkloozen stonden te roepen. Br moesten bijzondere maatregelen genomen worden en de gemeente-architect heeft zich toen verdienstelijk gemaakt door die werkloozen met spoed aan het sneeuwruimen te zetten. In dit verband heeft Spreker den heer van Vliet een flinken kerel genoemd.Voorfe zegt Spreker dat de heer Endendijk in zijn betoog Burgemeester en Wethouders verwijt dat geen mededeeling aan de Boaz-Bank is gedaan in Januari dat het werk in eigen beheer zou worden uitgevoerd. Spreker meent dat deze Bank daarvan geen aan zegging behoefde te hebben. De gemeente had slechts te be talen de vorderingen die Priem en Boersma hadden naar aan leiding en gelang van het bouwwerk en deze vorderingen zijl door Priem en Boersma overgedragen aan de Boaz-Bank. Priem en Boersma hadden geen vorderingen meer en de gemeente heeft reeds meer betaald dan zij verplicht wasDe Gemeente heeft toch 90/j van de aanneemsom betaald. Het verdere werk werd door de gemeente uitgevoerd en is dan ook door de gemeente gedeeltelijk betaald,terwijl voor de nog te betalen posten voorkomende op ataat E,alsnog machtiging wordt gevraagd.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 204