--29 September 1927 173. voor te lazen. De heer Doorman merkt op dat de handteekening van Elzinga op twee lijsten voorkomt, terwijl op een lijst ook een kind van 4 jaren genoemd wordt. Dc Voorzitter zegt dat de handteokeningen van Elzinga reeds niet medegeteld zijn, aangezien deze kinderen reeds een gelijk soortige "bijzondere school "bezoeken. Voorts is "bij Kon.Besluit van 1G Januari 1923 uitgemaakt clat geen onderscheid wordt ge maakt tussohen kinderen in en buiten de gemeente woonachtig en evenmin tussohen leerplichtige en niet-leerplichtige kinderen. Wethouder Endendijk kan de verdediging van de heeren van links, met uitsluiting van den heer den Bliek, begrijpen. In !t algemeen worden steeds do handelingen van het bestuur der Chris telijke scholen becritiseerd op een minder aangename wijze. Be doelde heeren kunnen zich zonder twijfel niet verplaatsen in de gedachten van oprechte Christenen. Spreker vindt het zeer goed verklaarbaar, dat de menschen, die eenmaal geteekond hebben, bij een tweede bezoek omvallen. De V/et zogt dat de eenmaal "geplaatste handteekening waarde heeft, zoodat wijziging in die handteekening niet van invloed is. De heer den Bliek acht woorden als immoreel en onzedelijk te ver gaand. V/ie wel eens gewerkt heeft met lijsten, weet wel hoe dit gaat. De heer van Klooster zegt dat hij met de grootste belangstel ling de besprekihgen gevolgd heeft, doch dat we op deze wijze niet tot een oplossing komen. Spreker heeft zich de vraag ge steld of die schoei werkelijk noodig is, en dan is hen uit een onderzoek gebleken dat die vraag volmondig met ja beantwoord kan worden. Het groote bezwaar van den heer Busch gaat over de minder juiste manier van het verzamelen der handteekeningen. Spreker kon uit de stukken niet wijs worden, het was een ohaos. Ilocht over do voorbereiding iets te zoggen vallen, dan zou Spreker toch over een en ander heen willen stappen, daar we ei" van overtuigd zijn dat de school noodig is. De wijze waarop de zaak thans behandeld is, zal voor degenen die balast zijn met het inzamelen der hand teekeningen in dc toekomst voor alle groepen zeer zeker een los zijn om de zaken naar behooron bij den Baad in to dienen. Het geen hier thans over deze kwestie gezegd is, zal zeer zeker uit werking hebben. Spreker zag nu gaarne dat dc Baad tot een oplos sing kwam en over de bezwaren zou heenstappen. De heer Grootewal, die ook net belangstelling den school strijd heeft gevolgd, is nog niet overtuigd van de noodzakelijk heid om er een Christelijke school bij te stichten, Spreker zag gaarne een nader onderzoek ingesteld, doch dan van onzijdige zijde. De Voorzitter betreurt het dat in deze vergadering uitgespro ken is dat het onderzoek van den hoofdagent Van Leeuwen niet ob jectief zou zijn. Spreker twijfelt niet aan de waarde van diens processen-verbaal» Spreker gaat nog oons don gang van zaken na, en zegt dat na de verschillende onderzoeken het dubieuse van de verklaringen van Do Man naar voren is gekomen. Burgemeester en Wethouders waren tenslotte van meening dat de 5 kinderen konden medetellen, aangezien de eenmaal geplaatste handteekening geldig was. Burgemeester en Wethouders hebben echter alleen een voor stel gedaan; de Raad beslist natuurlijk naar eigen consciëntie. Spreker meent dat indien door den Raad het verzoek niet wordt ingewilligd, het schoolbestuur alsdan in beroep zal gaan, waarna het verzoek dan wel toegestaan zal worden. Op verzoek van den heer van Doorne leest Spreker daarna de verklaring van De Man voor, die alleen geteekend heeft om van het gezeur af te komen. Spreker zal thans de motie van den heer Busch in stemming brengen Wethouder Endendijk zegt nóg naar aanleiding van het door den heer Grootewal gesprokene, dat de Inspecteur van het Lager Onder wijs hier vorige week Donderdag den geheeien dag heeft doorge bracht en aan de plannen zijne algeheele goedkeuring kon geven. De Inspecteur heeft nadrukkelijk gezegd dat het thans door Burge meester en Wethouders voorgestelde de eenige goede oplossing .is. Het schoolbestuur kan op diens steun rekenen. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 380