lt
De Voorzitter wil evenwel nog opmerken dat in de begroc
die veranderingen zijn aangebrachtwelke in den Daad zijn aan
genomen.De legger van de begrooting heeft voor de raadsleden
en voor de ingezetenen ter visie gelegen ten raadhuize.De aan
de raadsleden verstrekte begrooting was tevens een memorie van
toelichting.Er bestaat geen enkele reden om aan te nemen,dat
de door den Raad aangenomen begrooting onjuist aan de Ged.Sta/ten
zoude zijn opgezonden.
De heer Roeken keurt de aanvallen van den heer van Doorns
op den Directeur van het Grondbedrijf af. Spreker.die zelf ook
meermalen bezwaren heeft gehadkwam. steeds roet feiten materiaal
voor den dag.Het gaat,volgens Spreker, niet aan dat men later een
persoon, aan wien talrijke vragen worden gedaan,gaat aanvallen in
details.Spreker kan zich daarmede niet vereenigen,Verder moet
Spreker protesteeren tegen de insinueerde wijze.waarop de heer
van Doorne zijn vragen in een openbare vergadering meent te
moeten stellen.Een dergelijke vraag draagt een insinueerend
karakter .Wanneer men beschuldigtbehoort men feiten te noemen.
De Voorzitter zegt dat de persoon,die inlichtingen wenscht,
zich in de eerste 'plaa,ts moet wenden tot den Directeur van het
Bedrijfwaarop de heer van Doorne nog opmerkt,dat hij tweemaal
inlichtingen heeft laten vragen door tusschenkomst van Wet
houder van den Berg,doch daarop als antwoord van den Directeur
kreeg,dat de bescheiden
oogenblik
in Amersfoort waren,en op aal
de gevraagde gegevens niet voorhanden waren.
Ten aanzien van zijn vraag inzake de gemeente-begrooting
beschuldigt Spreker nèémand „Spreker stelde alleen zijn vraag
om maar te weten of dezelfde begrooting naar Ged.Staten is
gegaan als die,welke in den Raad is behandeld.
De Voorzitter protesteert ten heftigste tegen de smet,
die op de ambtenaren wordt geworpen, en niet minder tegen de
insinueerende wijze ,v/aarcp de heer van Doorne zijne vragen stelt
Spreker zegt nog dat zich dezen middag een ingezetene bij hem
vervoegdedie dezelfde vraag stelde.en daarbij liet uitkomen
alsof de begrooting opzettelijk was vervalscht,doch na toe
lichting zijn woorden binnen vijf-minuten weer terugnam.Spreker
walgt van de houding van een drie- of vi j fabahschap ,dat in deze
gemeente op een onwaardige wijze werkt en de gemeente aan de
kaak stelt tot schade van vele inwoners.
De hoer van Doorne,die van een en ander een specificatie
verlangtzegt tenslotte nog dat hij voornemens is in de volgende
vergadering een interpellatie te houden omtrent de uitlegging
van de Bouwverordening.
De vergadering wordt daarna door den Voorzitter gesloten.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van den Raad der gemeente Soest,den 28 Maart 1927,
DE SECRETARIS,
DE VOORZITTER,