32 het grondbedrijf inderdaad een winstgevend "bedrijf is,dat onze gemeentekas die dat wel noodig heeft, danig stijft, dat ik dan van deze plaats af zal verklaren dat ik mij ver gist he"b,en mijn woorden terugneem. Maar niet eerder. Ik mag vértrouwen M.de "V. dat TJ mijn meening dat Uw "be schuldiging dus wel wat lichtvaardig is geuit,zult onder schrijven en de consequenties daaruit aanvaarden. In de derde plaats word ik beschuldigd de kwestie in het openbaar te hebben besproken,wordt mij dus aangewreven dat ik de aanleiding ben geweest tot het ruchtbaar worden der zaak door het gansche land. Ik kom hieir M.de V. tot een teer punt. Ik zal trachten me hier zoo gematigd mogelijk uit te drukken,maar ik zie mij wel verplicht hier geen blad voor den mond te nemen,waar ik mij hier ais raadslid heb te verantwoorden. Uiet ik ben het geweest die aanleiding is geweest tot de ruchtbaarwording® De voornaamste en eer ste aanleiding is geweest het raadslid de heer koeken,die op mijn eenvoudig gestelde vraag heeft gemeend te moeten re- ageeren als zoude ik B0en W, beschuldigen van valschheid in geschrifte. Dat woordabsoluut ongemotiveerd gebezigd, stak den lont in het kruit. Ook bij den voorzitter. Want wanneer U in plaats van door te gaan in den betoog trant door den heer koeken ingeluid,mij kalm had geantwoord: "Als U verschillen meent gevonden te hebben,kom dan eens met mij praten,dan zullen we eens zien wat dat is en in dien noodig correcties aanbrengen",dan ware er niets ge beurd Dan ware de zaak binnenskamers afgehandeld en hadden wij bij verschil van meening.die zooals nu blijkt te be staan, eenvoudig het oordeel van Gedeputeerde Staten kunnen vragen. Maar inplaats daarvan waren wij getuige van een philippioa en een applaus,dat aangroeide tot een donder slag en neerkwam op het hoofd der gemeente in de eerste plaats, Dat alles had niet behoeven te gebeuren. De onge motiveerde reactie op mijn vraag, en niets anders,is de aanleiding geweest tot het ruchtbaar worden. Men verwij te mij geen onderhoud met interviewers. Ik heb geen onderhoud gezocht evenmin als U M.de V.eMaar evenals U gemeend hebt den interviewers te moeten te woord staan, en,wanneer ook dat courantengeschrijf juist is,bij voor baat een uitlegging te geven,die thans blijkt niet houd baar te zijn,evengoed was ik gerechtigd mijne bevindingen mede te deelen omtrent de verschillen die ik geconstateerd had,omtrent wegenfonds,legesgelden.navordering en grondbe- drijfbevindingen die tot op dit oogenblik nog niet gelogen straft zijn,maar waaruit allerminst mag en kan worden ge distilleerd dat ik de onmiddellijke oorzaak ben van de ruchtbaarheiddie de zaak welke wij van avond behandelen, gekregen heeft. hiermede M.de V.meen ik "volkomen weerlegd, te hebben wat mij op de eerste bladzijde van de nota van B.en W.wordt aange wreven,, en ik vertrouw dat zult doen wat U thans als voor zitter van het college van B,en ¥„in dit opzicht te doen hebt, n hiermede heb ik gezegd wat ik te zeggen had. Cver de nota an B.en V.ben ik voldas.n in zooverre als gebleken is dat ik volkomen gerechtigd was,mijn vraag te stellen. Over de mo- m^de nota genoemd wil ik geen woord verder spreken, a vorens Gedeputeerde Staten hun oordeel daarover hebben uit gesproken. Sn ik zal dan ook verder het zwijgen doen tot al- s,yat hieromtrent mocht worden opgemerkt, mij het recht oor ehoudende persoonlijke aanvallen te pareeren op de rüi^ goeddunkt, ik heb gezegd."

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 80