31 Januari 1928--- 43. De Voorzitter stelt daarna aan de orde de behandeling van de begrooting 1928 van het Wegenfonds, met ontwerp-besluit tot bepaling der hosten van aanleg en onderhoud voor 1928 (art.8, le al.der Verordening) alsmede het ontwerp-besluit" tot belegging der gelden bij de gemeente met het verslag van het fonds over 1926 (dossier 4e afd, no. 5-3-20,20a,b,C,Den E) De heer Busch zegt dat alsnog op; de gemeentebegrooting moet voorkomen een post -van f 26,000.- wegens belegging van de gelden van het Wegenfonds bij de gemeente. Hij merkt op dat daarvoor wel een uitgaafpost op de begrooting staat, maar geen ontvang-post De Voorzitter licht toe dat deze belegging, die ten deele van vorige jaren dateert, niet door de gemeenterekening behoeft te loopen, doch in rekening-courant kan geschieden. Op de be grooting behoeft derhalve geen post voor te komen. De rente komt evenwel in uitgaaf ver. De heer Busch maakt de opmerking dat het hier weer een kwestie is van goed geluk» Hieruit blijkt reeds weer de nood zakelijkheid dat de raadsleden inzage kunnen nemen van de ver schillende bescheiden^ Waar echter gebleken is dat de ambtenaren bij afwezigheid van Burgemeester en Wethouders eigenmachtig geen inzage van bescheiden mogen geven, stelt Spreker voor dat aan ieder raadslid te allen tijde bescheiden ffin gegevens door de betrokken ambtenaren moeten worden verstrekt. De Voorzitter zegt dat alle vragen schriftelijk bij Burge meester en Wethouders kunnen worden ingediend. De heer Busch zegt dat het ook de bedoeling is inzage te nemen van bescheiden. De Voorzitter zegt dat bij hem alle bescheiden kunnen worden ingezien. De heer Busch meent dat er toch geen bezwaren tegen kunnen zijn dat door de betrokken ambtenaren de gevraagde inlichtingen verstrekt worden. De Voorzitter zegt dat men zich net zoo goed kan wenden tot Burgemeester en Wethouders. De heer Busch wenscht dat door den -daad een uitspraak wordt gedaan., De Voorzitter vindt voorshands geen redenen aanwezig om het college voorbij te gaan. De heer Busch maakt de opmerking dat Burgemeester en Wet houders niet altijd aanwezig zijn. De raadsleden kunnen toch niet" den geheèlen dag ten Raadhuize komen. Spreker kan de be zwaren van den Voorzitter tegen zijn voorstel niet begrijpen. De Voorzitter zegt dat Burgemeester en Yfethouders toch de aansprakelijke personen zijn» Be heer^Busch stelt voor te besluiten dat de ambtenaren verplicht zijn aan de raadsleden inzage van stukken en in lichtingen te geven Wethouder Endendijk acht een oplossing dat de ambtenaren 3- een inlichtingen aan raadsleden mogen geven, indien geen fro^80?eest^r-" .geen Wethouder en geen secretaris aanwezig is. De houder^00 blijft echter voor Burgemeester en Wet- Be heer Busch zee-t hiermede -j c,iA j verpucnt ziji_ en inzage van bescheiden en inlichtingen te geven. Zonaer

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 102