31 Januari 1928--- 54. geneesheer te hebben en bovendien de jaarwedde van den gemeente geneesheer is zoodanig dat de behandeling van het personeel daar voor wel kan plaats hebben, volgens Spreker. De Voorzitter stelt voor deze aangelegenheid aan te houden totdat het ambtenarenreglement in behandeling komt. Hiertoe wordt besloten. Volgno 226 Jaarwedden Politie. De Voorzitter deelt mede dat op dezen post een bedrag van f 2700.,- is uitgetrokken voor aanstelling van een nieuw hoofd van politie in verband met het gevraagde ontslag door den Majoor Zwarts De heer Busch vindt het voorstel van den Burgemeester wer kelijk een goede oplossing. Spreker merkt op dat in het voor stel niet gesproken wordt van aanstelling van een Inspecteur en daarom zal hij gaarne vernemen wie na den heer Zwarts zal worden aangesteld en welken rang de opvolger zal bekleeden. De Voorzitter zegt nog niet te weten welken rang gegeven zal worden. Zulks hangt geheel af van de sollicitanten. De heer Busch geeft den Voorzitter in overweging geen hoofd te benoemen buiten het thans aanwezige personeel, tenzij een Inspecteur wordt benoemd. Spreker vestigt de aandacht op den oudsten agent, die steeds zijn taak met de grootste nauwge zetheid heeft vervuld, en zeer zeker in aanmerking komt indien iemand aangesteld wordt in denzelfden rang van den heer Zwarts De heemraden Bliek Kilhorst en van Doome refereeren zich aan het gezegde van den heer Busch. De Voorzitter meent wel iemand uit de sollicitanten te kunnen vinden, die voor een bezoldiging van f 2700,- als Inspec teur kan optreden, waardoor men iemand krijgt,die "boven het ge wone politiecorps staat. De post wordt vastgesteld op f 22.341,27. Volgno.235.Onderhoud brandbluschmiddelen. De heer van Doorne merkt op dat salaris van den noodslach- ter van den Berg, die eigenlijk manusje van alles is, te hoog is. In verband hiermede zou Spreker de werkzaamheden van ïïijtendaal willen overdragen aan van den Berg. Laatstgenoemde krijgt dan een meer geregelden arbeid, terwij 1 voor Uijtendaal wel iets anders gevonden kan worden. Het schoonhouden van het brandwearmateriaal kan zeer goed door van den Berg geschieden, temeer daar voor het motorische gedeelte gezorgd wordt door een der leden van de brandweer. Spreker geeft een en ander in overweging, Be heer den Bliek zegt vernomen te hebben dat de brand slangen in minder goeden staat verkeeren. Spreker kan niet be- oordeelen in hoeverre of zulks juist is. De Voorzitter zegt dat hieromtrent niets bekend is. Wethouder Endendijk merkt op dat de brandweer dan toch verplicht is hierop de aandacht te vestigen van don Brandraad van Burgemeester en Wethouders, eden v k3er ^liek meent vernomen te hebben dat met een van cfe en Brandraad hierover gesproken is, dooh dat beweerd werd dat er geen geld Voor is. De Voorzitter belooft een onderzoek, en vraagt naar het voorstel van den heer van Doorne. Deze trekt zijn toegezegd voorstel in.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 124