13 Maart 1928
73.
tüideli j ke leening op 1 April a.s. moet worden afgelost .Teneinde
tep-en dien tijd over voldoende kasmiddelen te kunnen "beschikken, is
het noodig een nieuwe tijdelijke leening aan te gaan; daar intus-
schen de loopende uitgaven de ontvangsten hebben overtroffen, stel
len Burgemeester en Wethouders, gezien den huidigen kasstand, voor,
op te nemen een "bedrag van rond f 135.000,- een en ander overeenkomstig
de voorwaarden, zooals nader in het aan te "bieden ontwerp-"besluit
ziin opgenomen! Daar de voorbereidende onderhandelingen omtrent de
afsluiting eener tijdelijke leening nog loopende zijn, zullen Burge
meester en Wethouders het resultaat na "beëindiging daarvan alsnog mede-
deelen. Zij merken voorts op, dat, hoewel volgens raadsbesluiten dd.
13 December 1927, 4e afd.nr. 4-1-71 a en b een bedrag van rond
f 200.000,- in beleening bij de Nederlandsche Bank te Utrecht kan
worden opgenomen, zij daarvan,-zoolang voordeeliger voorwaarden voor
geldopname zijn te bedingen- geen gebruik zullen maken.
De Voorzitter licht toe dat Burgemeester en Wethouders zich in
verbinding hebben gesteld met verschillende bankinstellingen voor het
aangaan eener kasgeldleening tot 28 April a.s. De voordeeligste aan
bieding was die van de Coöp Centrale xtaiffeisenbank te Utrecht, die
bereid is een bedrag van f 135.000,- te leenen tegen 4Spreker
stelt in verband hiermede namens Burgemeester en Wethouders voor ten
laste van het dienstjaar 1928 voor het tijdvak 1 April tot 28 April
1928, een tijdelijke kasgeldleening aan te gaan met de Coöperatieve
Centrale Baiffeisenbank te Utrecht tot een bedrag van f 135.000,-
tegen een rente berekend naar 's jaars, zulks tot voorloopige
dekking van gewone en buitengewone uitgaven, voor zoover deze nog
niet zijn gedekt, en voorts onder de bepalingen genoemd onder,a t/m e
en sub 2,3 en 4 van het ontwerp-"besluit(4e afd.nr.4-l-102b.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonderhoofde
lijke stemming aangenomen en het ontwerp-besluit vastgesteld.
36.COMPTABILITEIT. (4e afdnr.4-3-20/20a/2l/21a
Vaststelling van besluiten inzake belegging van gelden.
Voorgesteld wordt;
l.het raadsbesluit dd29 Scpt.1927, 4e afd.nr,4-3-10b (goedgekeurd
dd. 11 Oct.1927, 3e afd.nr.3200/2141) aan te vullen als volgt:
achter den laatsten zin (eindigende met "Zeist") te lezen: "of
obligatiën, ten laste van den "Staat der Nederlanden, van Nederl.
Indië, van een provincie en/of van andere gemeenten (waaronder de
gemeente Soest zelve niet is begrepen)". (4e afd,nr„4-3-20/20a)
•een bedrag van zoo na mogelijk f 2680,- rentegevend te beleggen
oor aankoop van obligatiën van geldleeningen ten laste van den
btaat der Nederlanden, van Nederl,Indië, van een Provincie en/of
van gemeenten, met uitzondering van de gemeente Soest. (4e afd.
nr.4-3-21/21a)
i,. ?on!er beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze
besluiten vastgesteld.
>7.COMPTABILITEIT. (4e afd nr. 7-1-13)
"voes-dbp°JS't0"1' Tan ^S^ieester en Wethouders tot het geven van be-
fica+ip1! aa^ een ?"tal ambtenaren van het Centraal Bureau voor Veri-
van L ereenising van Nederlandsche Gemeenten om kas en boeken
m n vanger en andere comptabele ambtenaren op te nemen.
8-1.1 Ro ultvoering van het raadsbesluit dd. 13 Dec.1927, 4e afd.nr.
Pinauo-i P^aa 08n crediet werd toegestaan teneinde de controle der
voor pri-f°"a+Semeent' op te dragen aan het Centraal Bureau
landsoiiP 1+ en -Flnanciee-e Adviezen der Vereeniging van Neder-
de opname GnY®r7j0sken Burgemeester en Wethouders machtiging
andere comntih f3 boeken van den gemeente-ontvanger en van de
e e ambtenaren op te dragen aan de ambtenaren van dab