13 Juni 1923 -- 133. zoo spoedig mogelijk uit da wereld te helpen, meent hij dat een officieuze vergadering over 10 a 12 dagen gewenscht is; daarna kan dan een openbare vergadering worden gehouden. Dit was de be doeling ook van den xiaad. Spreker handhaaft mitsdien zijn voorstel. Hij vreest dat enkele antecedenten een rol zullen spelen. De heer van Doorne is van meening dat de verordening niet be sproken kan worden zonder met de historie rekening te houden; er is voor 100 historie aan verbonden. Uit die stukken zien we de verordening ontstaan. Spreker vraagt zich af waarom we hier samen komen. Omdat er strijd is ontstaan aangezien gebleken is dat er verlies is. Is dat uitsluitend ontstaan door interpretatie der verordening, of door het negeoren van voorschriften, of door het eigenmachtig boeken? Wanneer die kwestie aldus besproken wordt, komen we vanzelf tot het beleid. Het beleid kont dus in het geding, ook de voorgeschiedenis. Spreker, die het niet logisch zou vindon om eerst de openbare en daarna de officieuze vergadering te houden is vóór het voorstel van den heer Busch. We komen aan eerst de voorgeschiedenis te weten. De heer van Klooster merkt op dat het thans de schijn zou krij gen alsof de Burgemeester de róllen heeft omgedraaid. Men is ech ter in de vorige vergadering tot geen definitief besluit gekomen, waardoor er verwarring is ontstaan. Spreker is toen naar huis ge gaan met de meening dat eerst een officieuze vergadering zou wor den gehouden. Temeer waar er veel stukken bij dit agendapunt ge voegd waren, acht Spreker het gewenscht dat er voldoende gelegen heid bestaat om van een en ander kennis te nemen. Spreker voelt daarom veel voor het voorstel van den Heer Busch. In een officieuze vergadering kan men soms ook gemakkelijker tot resultaten komen dan in een openbare vergadering. Voorts acht Spreker het gewenscht dat de personen, die in het gedrang komen, ook gehoord worden, hetgeen vroeger niet altijd geschiedde. Wie aangevallen wordt, moet zich kunnen verdedigen. Sprekers fractie heeft niet vergaderd; hij vreest thans onvruchtbaar werk. Spreker verklaart zich vóór het voorstel van den heer Busch. De heer Doorman blijft bij .zijne meening, in de vorige vergade ring uitgesproken, om eerst den sin van de verordening te behande- len. Spreker zegt dat de verordening zeer goed behandeld kan wor den buiten het beleid en buiten alle persoonlijke aangelegenheden om. Geen enkel persoon behoeft in 't spel te zijn. We oordeelen later omtrent schuld bij het beleid. Men blijft thans zakelijk. Spreker is tegen het voorstel van den heer Busch. De heer van Doorne zegt dat de zin der verordening en het be leid niets met elkaar te maken hebben. De heer Doorman wil over den zin praten. Daarom is hij vóór be handeling De heer van Doorne merkt op dat toch wel over hetnverlies ge sproken moet worden. De heer Busch zegt, dat, was er thans van geen verlies sprake, zeker de interpretatie thans niet in 't geding zou komen. Wethouder Koenders merkt op dat er twee oorzaken van verlies kunnen zijn, n.1. verlies volgens de verordening en volgens beleid. Als we de verordening lezen, hebben we niets met het beleid te ma ken, Spreker is vóór behandeling van de interpretatie der verorde- ning. De heer Busch zegt dat hij het wel met Wethouder Koenders eens z°u zijn indien de verordening nieuw was. Juist nu bij_ nader in zien personen in 't geding komen,kan Spreker zich aansluiten bij de voorstanders om eerst een officieuze bespreking te houden. Het heleid wordt geraakt; anders waren al die paperassen niet ter visie gelegd. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 302