9 Juli 1928 -- 158. Dg verordening wordt daarna, zooals deze luidt met do daarin aangebrachte wijzigingen zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 1 tfOïlDVEAAG. De heer Hilhorst vestigt de aandacht op de werkverschaffing* ijet is gewenscht dat de commissie deze kwestie vroegtijdig ter hand neemt. Wethouder Koenders zegt dat de werkverschaffing zijn volle aan dacht hoeft. Verschillende vragen zijn reeds gericht aan de organisa ties. Binnenkort komt de commissie weer hijsen. De heer de Bruijn merkt op dat in de vorige vergadering beslo ten is den heer van Vliet te vragen of hij in openbare of in geheime vergadering gehoord wenschte te worden, betreffende de zaken van het Grondbedrijf. Spreker vraagt of het antwoord reeds binnen is. De Voorzitter zegt dat het antwoord binnen is. De heer van Vliet wenscht zich in het openbaar te verdedigen, zoodat binnenkort weer een openbare vergadering zal plaats hebben. Spreker blijft echter persoonlijk van meening, dat een openbare raadszaal daarvoor niet de plaats is. Ket is hier geen openbare rechtbank. De heer de Bruijn stelt voor een commissie van onderzoek te benoemen, bestaande uit 4 leden van den daad en 4 inwoners der ge meente, Deze commissie kiest dan uit haar midden een onpartijdigen voorzitter. De Voorzitter zegt dat de heer van Vliet niet in staat van be schuldiging is gesteld. 3, en V. zijn de verantwoordelijke personen. De daad kan te allen tijde interpelleeren. Ben ingezetene buiten den Raad heeft niet te oordeelen over ambtenaren. Een ambtenaar is immara.^ verantwoording schuldig aan B. en V, en aan den daad. Spreker moet er derhalve voor waarschuwen, dat ingezetenen zouden gaan moe-proce— deeren. Zooiets is nog nergens vertoond. De heer de Bruijn verzet zich hiertegen. Volgens zijne raeening had het vorig raadsbesluit uitgevoerd moeten wijn. Spreker stelt voor een commissie te benoemen, en de pers gelegenheid te geven van een en ander kennis te nemen. De heer Busch, die wel voor een openbare vergadering is, meent dat deze thans nog niet kan worden gehouden, gezien het zoo juist ontvangen antwoord vair den Voorzitter op het verweerschrift van den heer van Vliet. Spreker voelt niets voor het houden van een z.g. rechtbankje; daarom is hij wel voor een commissie, doch een commissie tuiten den Raad acht hij niet bestaanbaar. De heer de Bruijn zegt den heer Busch, dat hij niet alleen de ^aas is. Spreker zit ook voor de behartiging van de gemeentebelangen in den Baad. De heer Busch zegt dat hij zich niet door Anti-revolutionairen en Katholieken aan banden laat leggen. Spreker acht den heer van Vliét schuldig, waarvan het bewijs geleverd zal worden. Ka eenige discussie zegt de Voorzitter dat de zaak nog niet voldoende rijp is om tébehandelen. Spreker kan zich vereenigen met het voorstel van den heer de Bruijn om een commissie te benoemen, doch a-an geen commissie buiten den Baad, daar zulks volgens de gemeente net niet toelaatbaar is. heer van Doorne is ook wel voor benoeming eener commissie uit den Baad. De Voorzitter sluit hierna de vergadering. Besloten wordt Ts avonds om 8 uur verder te vergaderen. Vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad -der gemeente Soest, den 10 September 1923. DE SECRETARIS DE VOORZITTER,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 352