22 October 1928201.
De heer van Doorne acht zulks het paard achter den wagen
spannen: hoewel blijkbaar de meening omtrent den uitleg niet is
gewijzigd; zou men toch anders moeten beslissen om op die manier
uit de ellende te geraken» Dat zal niet helpen, er komt toch een
beroep op de Kroon, hoe de Haad ook beslist.
De heer Busch herhaalt nog eensj dat wanneer de balans eerst
naar de commissie gezonden wordt het mogelijk wordtdat ieder
Haadslid beter geoutilleerd zal zijn dan thans. Spreker wil aan
het bezwaar van den heer van Klooster tegemoetkomen door de in
terpretatie aan de orde te stellen, nadat de commissie de balans
heeft onderzocht.
De heer den Bliek zegt dèt zijn meening zoodanig gevestigd
is. dat hij er niet anders tegenover kan staan.
De Voorzitter acht het beter dat de Raad thans over de ba
lans stemt., men krijgt dan toch immers een principieele uitspraak,
en een beslissing in hooger beroep.Neemt men thans geen beslis
sing. dan blijft dezelfde toestand nog maar steeds bestendigd.
De heer den Bliek betoogt nogmaals dat hij een voorstander
is van het in de officieuze vergadering genomen besluit» Waar
echter nu gezegd wordt dat het cijfermateriaal niet overeenkomt
met de werkelijkheid, voelt Spreker zich niet bezwaard dat de
balans in de Commissie van Ondersoek behandeld wordt.
De Voorzitter moet er tegen opkomen dat mistif ïcatiie der
cijfers thans heeft plaats gehad. Er is hier een eenmaal genomen
raadsbesluit; goedgekeurd door Ged„Staten; dat besluit is hier
als de basis genomen. Of er vroeger andere cijfers geweest zijn,
doet er thans niet toe» Spreker vindt het ongewenscht dat de xiaad
zich thans op het standpunt gaat stellen dat de vorige Baad een
misstap heeft gedaan» Daarom wil hij de hand houden aan het goed
gekeurde raadsbesluit»
De heer Gasille meent dat, als op 't oogenblik een stemming
wordt uitgelokt, men een onzuivere stemming zal krijgen,Men moet
I 2 scemmingen houden, nl»omtrent de interpretatie en omtrent de
cijfers.
De Voorzitter herhaalt nog eens dat de cijfers zijn verwerkt
Ivolgens de door den Raad officieus aangenomen interpretatie en
f met als basis daarbij de goedgekeurde inbreng begrooting 1923»
De heer Gasi11e herhaalt nogeens de wenschelijkheid om twee
stemmingen te houden»
De heer Doorman is van meening dat de cijfers zijn opgenomen
overeenkomstig het raadsbesluit', In de commissie van Onderzoek
maakt nog steeds de staat gedagteekend 19 November 1925. betref-
j fende den inbreng een ernstig punt van bespreking uit, De wijze,
waarop deze staat later is herzien, is zeer vreemd»
De heer Busch meent dat hier van falsificatie sprake kan
zijn.
De heer Doorman herhaalt, dat de commissie van Onderzoek
eenstemmig van meening is dat de wijze waarop de staat is herzien,
zeer vreemd ie te noemen» Omtrent de vraag, of deze herziening juist
2.3 geweest was de commissie het niet eens. De laatstelijk door den
I Baad vastgestelde cijfers zijn goedgekeurd door ^ed.Staten, en de
in de balans verwerkte cijfers zijn dienovereenkomstig juist.
1 Wethouder Endendijk betoogt dat het vaststaat dat het op-
naken der bslans door een deskundige heeft plaats gehad, en dat
ieze overeenstemt mei de uitspraak der officieuze vergadering.
Ilu°u blijken, dat er een verschil over de cijfers zou zijn, dan
Igullen Ged.Staten wel uitspraak doen. Spreker zal derhalve tegen
I 'htstel stemmen