22 Octo"ber 1928202.
De heer den Bliek "betoogtr dat door het medegedeelde door
den heer Doorman, zijn 3tem niet anders zal zijn.
De heer de Bruijn kan het door den heer Doorman gezegde
onderschrijven. Spreker stelt voor de balans te accepteeren omdat
deze door de afdComptabiliteit juist is opgemaakt.
De heer Busch zegt dat hij niet de bedoeling heeft gehad om
tegen de afd.Comptabiliteit te opponeeren. Spreker wil echter weten
naar men aan toe is.
Wethouder Endendijk zegt dat een onderzoek betreffende de her
ziening van den staat tot de taak der commissie behoort. Deze ba
lans is goed. en staat geheel afgescheiden van de overige grond
bedrijf saangelegenheden.
De heer Grootewal is het niet met den heer Endendijk eens.
De balans kan alleen goed zijn indien uitgegaan is van goede be-
gincijfers. Heeft de commissie verkeerde grondcijfers gehad, dan
komt deze balans niet uit.
De Voorzitter zegt dat deze balans is opgemaakt op den grond
slag van het besluit /an 15 Juni 1926Hetgeen vroeger gebeurd is,
betreft alleen het beleid. Bij aanneming dezer balans heeft de
laad de interpretatie van de offieuze vergadering over de veror
dening bevestigd.
De heer Busch zegt dat de groepesring wel juist kan zijn,doch
de mogelijkheid kan toch bestaan dat de hoegrootheid niet in over
eenstemming is met de werkelijkheid. Spreker handhaaft daarom zijn
voorstel om de balans eerst om advies in handen te stellen van de
commissie van onderzoek en Grondbedrijfscommissie.
Dit voorstel wordt verworpen met 7 tegen 6 stemmen, Vóiv het
voorstel stemden de heeren Grootewal, de Bruijn. Busch,Gasille
van Doorne en van Klooster.
De heer Busch merkt op dat men nu voorstander kan zijn voor
de officieus gegeven interpretatie, doch tegenstander omtrent de
cijfers
Wethouder Endendijk zegt dat cle commissie alle gegevens
[hoeft
De heer Busch merkt op dat de totale oppervlakte in de balans
[voorkomt; blijkt bij onderzoek echter dat deze grooter is, dan
klopt die balans niet.
De Voorzitter herhaalt nog eens dat de cijfers van het Raads
besluit-. van 15 Juni 1926 vaststaan. De Raad heeft toen beslist dat
de boekwaarde de getaxeerde waarde is. De Ged.Staten zijn dezelfde
fteening toegedaan, blijkende uit hunne goedkeuring op dit besluit.
De Raad is nu van andere meening en zegt: de boekwaarde is de kost-
pri j swaarde
De heer Doorman meent dat het in hoofdzaak gaat over de pa
triarchale gronden. Is er een fout gemakt, dan zal zulks nooit
invloed hebben cp de gedeeltelijke resultaten voor de gemeente.Het
is een fictieve waarde. Bij verkoop zal tenslotte het totale bearqg
"ten goede komen aan den buitengewonen dienst der gemeente. De op
pervlakte is nooit precies te bepalen.Het geld komt ten volle in
het kapitaalbezit; der gemeente.
De heer Busch is het wel met den heer Doorma.n eens; maar -
is hem wel eens ter oore gekomen dat er 30.000 112 meer ver
kocht zou zijn aan de Heidebloesem dan in het raadsbesluit stond.
De heer Doorman merkt nog op dat verkoop van grond toch steeds
geschiedt behoudens latere opmeting.
De Voorzitter brengt daarna de balans in stemming.