19 Februari 1929<39, uiteenzetting der zaken. De kwestie asoh en vuilnis heeft meerma len de aandacht, doch laten we zoo spoedig mogelijk een andere stortingsplaats zoeken. Sr zijn wel raadsleden die daarover wil len denken. De werkverschaffing is steeds een moeilijk probleem. In Mei is reeds een samenspraak geweest om de werkverschaffing op andere leest te schoeien. Spreker heeft in verschillende plaatsen geïnformeerd naar regelingen, maar de Y/ethouder liet alles maar loopen toen in October een oproeping aan de leden werd toegezon den voor een vergadering met geen enkel punt op de agenda. Een dergelijke behandeling van zaken werkt eenigszins ontmoedigend. Spreker is tegen verhooging van de Wethouderssalarissen; men dient», wanneer men zich geeft om de belangen der gemeenschap te dienen, niet altijd te kijken of alles wel betaald wordt. Men meet de functie bekleeden uit zuiver belang voor de gemeenschap. Spreker verwacht dan meerdere resultaten dan bij een gesalarieerde betrelk- king. Er zijn wel personen die het ambt willen waarnemen zonder hooge bezoldiging. Spreker wijst er vervolgens op dat de woning bouw van vroeger een groote strop voor de gemeente is, vooral te Soesterberg. Spreker dringt er op aan dat het gemeentebestuur zich in verbinding stelt met den Minister van Oorlog om te verkrijgen dat personen, werkende aan het Vliegkamp, zich te Soesterberg van een woning moeten voorzien. Spreker is niet optimistisch gestemd wat de belasting-verlaging betreft, omdat hier zoo weinig kapi taalkrachtigen zijn. Men dient een voorziohtige financieele po litiek te volgen. Het is daarom alleszins billijk niet direct over- te gaarr tot een geweldige salarisverhooging. Spreker is wel Voor goede salarissen, maar men dient de kosten te weten. Op een be grooting van f 735.000,- acht Spreker een post "onvoorzien" van f 8000,- te schriel. Het is Spreker niet te doen om menschen te dupaeren, maar het tijdstip voor salarisverhooging acht Spreker thans nog niet aangebroken. De Voorzitter zegt dat toen hij het gesprokene heeft aange- luisterd een pessimistisch geluid van den heer Busch naar voren kwam en een optimistisch geluid van den heer van Doorne. Daartus- sohen groepe ren zioh de andere Sprekers. Spreker gelooft dat de zaak meer optimistisch bekeken kan worden dan pessimistisch. Zoo juist is gezegd dat kritiek gemakkelijk is,maar Spreker herinnert er aan dat kunst moeilijk is. Men kan veel eenvoudiger kritiek uit oefenen dan zaken opbouwen. Spreker zegt dat de heer van Doorne min of meer aan zijn adres gezegd heeft dat hij de openbaarheid niet schuwt. Zulks is inderdaad waar, want Spreker heeft meermalen gezegd dat het gemeentehuis een glazen woning moet zijn, waardoor men van alle zijden de zaak kan bezien. Wat het werk van B. en W. betreft, merkt Spreker op dat niet elke arbeid zijn uiting vindt in de voorstellen die den Haad bereiken. Als Spreker den Haad ver gelijkt bij een tooneel, dan zijn B. en W. de hoofdacteurs, doch hoeveel stukken zijn er niet die niet tot uiting worden gebracht. De taak van de Wethouders is van dien omvang geworden, dat men langzamerhand de halve persoonlijkheid moet kunnen 'vragen. Het salaris is niet in overeenstemming met de werkzaamheden. De taak van de wethouders kan niet geheel afhankelijk van de politiek zijn. Bij Spreker is dit anders; hij heeft tot taak om boven de partijen heen te kijken. Hoe zullen we echter hier tot rust komen. Spreker wil dan nog eens een vergelijking maken, door Soest te beschouwen als een kar, die in de modder is geraakt,, en waarover de voerlui Onderling gaan kijven. Is het dan niet beter om de schouders er Onder te zetten. Met al die ruzie komt men er niet. De geldelijke administratie komt zoo langzamerhand in het reine Dat kan niet anders gebeuren, dan wanneer een ernstige vil aanwezig is bij de personen, die geroepen zijn om de zaak in orde brengen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 114