29 April 1925
stand de koeien reeds waren. Waar geen rechtsgrond aanwezig is,
ontraadt Spreker ten sterkste toekenning eener vergoeding, temeer
daar op een dergelijk "besluit toch geen verdere goedkeuring van
Ged.Staten verkregen zou worden.
De heer Busch merkt op dat B.en W. toch eerst voorstelden een
schadevergoeding toe te kennen van f 145,- en dat die rechtsgrond
is komen te vervallen door het onderzoek van den Veearts Winter.
Eerst was die rechtsgrond wel aanwezig. Waar hier toch ook het
rechtsgevoel in 't geding komt, wil Spreker eenige vergoeding toe
kennen.
De heer van Klooster merkt op dat niemand van de verdedigers
naar voren is gekomen met een attest van een veearts. Was er wer
kelijk schade, waarom is dan geen veearts door Van Duinkerken ge
raadpleegd
Hierna komt in stemming het voorstel van den heer Gasille om
een schadevergoeding van f 145,- toe te kennen. Dit voorstel wordt
verworpen met 11 stemmen tegen 1 stem. Do heer Gasille stemde vóór.
Vervolgens komt in stemming het voorstel van den heer. Busch om
een schadevergoeding van f 40,- toe te kennen, welk voorstel ver
worpen wordt met 7 tegen 5 stemmen. Vóór stemden de hoeren Busch,
Gasille, van den Breemer, Hilhorst en Pronk.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
66.WATEKLEIDING. le afd.nr.575).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitbreiding van de
hoofdbuis der waterleiding in den Postweg.
Voorgesteld wordt te besluiten: de waterleiding in denPostweg
vanaf de bestaande leiding (perceel van den heer Hol) tot de Ba
tenburglaan te doen aanleggen en te garandeeren dat door die uit
breiding gedurende tenminste vijf achtereenvolgende jaren zooveel
water zal worden afgenomen dat de jaarlijksche bruto-opbrengst
daarvan tenminste overeenkomt met 15$ der aanlegkosten dier uit
breiding, welke garantie f 387,- per jaar zal bedragen.
Burgemeester en Wethouders deelen mede dat de eventuael uit de
ze garantie voortvloeiende kosten bestreden kunnen worden uit den
post 306a der Gemeentebegrooting 1929.
De heer Busch zegt geconstateerd te hebben dat na aftrek van
het waterverbruik een bedrag van plm. f 130,- door de gemeente bij
betaald zal moeten worden. Spreker kan niet inzien dat het gewet
tigd is een bedrag van f 130,- uit te trekken, daar het water in
Soesterberg goed is. Er zijn wel meer menschen die belang bij
leidingwater hebben, zoodat men geen verschil' moet maken. Spre
ker, die gelijke monniken, gelijke kappen wil, wenscht geen uit
zondering te maken voor den Postweg. Spreker wijst er tenslotte
op dat een inwoner eenige jaron geleden een bedrag van f 1300,-
heeft moeten storten voor het leggen van een hoofdbuis, waarna op
die leiding andere aansluitingen zijn totstand gebracht, ondanks
een uitgebracht exploit. Spreker vraagt waarom of een op deze
zaak betrekking hebbend adres niet in behandeling is gekomen
De Voorzitter zegt dat hem van dit adres niets bekend is.
De heer van Klooster, die in de vommissie zijn stern vóór het
voorstel heeft gegeven, wenscht nu hierop terug te komen, aange
zien bij een aanvraag om uitbreiding der gasleiding in den Heide
weg een zekerheidstelling moest worden gegeven of storting van
een bedrag ineens. Het is billijk, dat wanneer men voor gasaan-
leg moet betalen, ook eenzelfde gedragslijn wordt gevolgd voor
waterleiding-uitbreiding. Voorts merkt Spreker op dat deze lei
ding in hoofdzaak gelegd zou worden voor den heer Couturier;deze
kan de garantie wel voor zijn rekening nemen» Spreker is van oor-
d-eel dat het>^rls.i.c.Qdo<xr -de aarrvragars moet wwrde-rv-geclhagen»
De