19 Juni 1S29 174.
is hot gewenscht de ontheffing te verleenen.B. en kunnen inderdaad
de ontheffing weigeren op grond van de "bepalingen der Bouwverorde
ning, doch deze "bepalingen passen niet in het kader onzer landelijke
omgeving. Spreker, die geen oppositietoon vil voeren, acht het ge
wenscht dat op "billijkheidsgronden de ontheffing wordt verleend
Wat het geval Van der drift "betreft, wijst Spreker er op dat voor een
soortgelijk geval destijds aan den Hieuweweg wel een dergelijke ont
heffing is verleend. Het is inderdaad wel gewenscht dat over het al
gemeen niet achter andere huizen wordt gehouwd, maar men moet ook
wel eens rekening houden met de omstandigheden.Voor nieuwe perccelen
is de zaak anders, maar men moet de ontheffing niet weigeren voor
thans "bestaande-toestanden. Waar een dergelijke ontheffing aan den
Nieuweweg wel werd toegestaan, wil Spreker ook de ontheffing aan
Van der drift niet weigeren. Het geval van Oosten is een moeilijk
probleem. Wordt echter gebouwd volgens de teekening, dan zal er geen
ontsiering zijn. Men moet ter plaatse zooveel mogelijk gelegenheid
geven om te bouwen. Deze aanvraag loopt echter wel een weinig vooruit
op de bebouwing van het naastliggende perceel. Alhoewel een civiele
kwestie zijnde, acht Spreker het wel noodig dat een oplossing ge
vonden wordt omtrent de bebouwing van den naastgelegen grond, daar
er sprake is van een ontsiering, temeer nu een schutting geplaatst
is. Spreker weet wel dat de daad geen rekening kan houden met civiele
kwesties, doch hij meent dat op de een of andere wijze wel rekening
gehouden kan worden met pesterij tegenover de wederpartijwaarmede
men het niet eens is omtrent de bebouwing van het desbetreffend ter
rein. Spreker is voornemens bij de rondvraag hierop nog nader terug
te komen. Op grond van een en ander, en in verband met het feit,dat
de Bouwverordening zich niet aanpast aan de omstandighedenstelt
Spreker voor de gevraagde ontheffingen alsnog te verleenen. Spreker
zegt voorts dat van den heer Hilhorst en hem voorstellen tegemoet
kunnen worden gezien met betrekking tot wijziging van enkele bepa
lingen ten opzichte van den bouw in deze gemeente.
De Voorzitter wenscht te wijzen op het juridisch gedeelte dezer"
kwesties. Van beroep op den Haad kan hier, volgens Spreker, geen spra
ke zijn. Beroep is een kwestie als iemand verongelijkt is; dan moet
de Haad beslissen, doch B. en hebben bij hunne afwijzingen geheel
gehandeld overeenkomstig de door den Baad gegeven voorschriften.Bij
toewijzing zouden B„ en handelen in strijd met die voorschriften.
Tot het in- strijd handelen met die voorschriften heeft de Haad
B. en gemachtigd voor een bijzonder en enkel geval. Wanneer E.en
derhalve bij afwijzing geheel handelen naar de door den Haad gegeven
voorschriften, kan de Haad moeilijk bij een verzoek tot vernietiging
van die beslissing van B. en dit verzoek toestaan en derhalve een
beslissing nemen in strijd met zijn eigen voorschriften.De Haad kan
dan toch immers moeilijk zeggen dat B. en fout hebben gehandeld.
Bij inwilliging van een beroep verklaart het lichaam dat in beroep
uitspraak doet, dat hij, die in eersten aanleg beslist heeft,fout
heeft gehandeld, niet overeenkomstig de Wet, en B. en hebben niet
fout gehandeld. De Baad kan dan ook, naar het oordeel van B. en
niet anders dan de beroepen afwijzen. Wel ware het misschien in de
toekomst gewenscht te bepalen dat voor de gevallen, dès waarvan
thans sprake is bij het verzoek van den heer van Oosten, de Baad
een dergelijke ontheffing verleent. Maar de Baad heeft daarvan thans
"volgens de geldende bepalingen afstand gedaan. De Haad kan hoogstens
B, en verzoeken alsnog hun houding te willen herzien. B, en
kunnen dan een en ander in nadere overweging nemen.
Wethouder Hoenders licht nog toe dat de Gemeente indertijd geen
grond van Van de:: Broek heeft gekocht, zooals men zou kunnen ver
moeden,Van den Broek heeft grond in erfpacht gehad,welke uitgekocht