18 December 1929 --- 289. Dg heer van Doorne is het niet met den Voorzitter eens „De le den gaan na afloop van den "brand naar huis» terwijl voor den co mandant dan eerst het meeste werk nog "begint. De heer Gasille zegt gemerkt te hebben dat er meerdere leden zijn, die het voorstel steunen om een aparte commissie uit den Raad te benoemen teneinde het in bespreking zijnde onderwerp te onder zoeken. Bij de besprekingen is tevens gebleken dat de tegenwoordige magazijnmeester vervangen dient te worden door een ander. Het is onverantwoordelijk dat men een magazijnmeester heeft die niet met de brandbluschmiddelen vertrouwd is. Het is hier niet de bedoeling om een bepaald persoon naar voren te schuiven,Spreker wil dan ook het onderhoud bij "Openbare Werken" onderbrengen. Spreker handhaaft zijn voorstel om een aparte Raadscommissie te benoemen. Spreker was eerst voor opheffing van den Brandraad, maar nader is hem gebleken dat deze nog een ander doel heeft, n.l.de verbinding met andere ge meenten in de provincie ten opzichte van de onderlinge hulpverlee ning in gevallen van nood. De heer Busch vindt de voorstellen van groot belang.Spreker die voorgesteld heeft de zaak in handen te geven van de commissie voor Openbare Werken, meent dat deze commissie, bestaande uit leden van diverse pluimage, het meest onpartijdig oordeel kan uitspreken. Wanneer men een speciale commissie benoemt, dan dienen daarin leden van verschillende richting benoemd te worden» De heer van Doorne, die het oordeel van den heer Gasille ver nomen heeft dat de tegenwoordige man niet op zijn plaats is, wijst er nogmaals op dat de verantwoording wordt gedragen door den com mandant» De commandant krijgt na den brand nog een aparte taak. Spreker zegt dat bij handhaving van den tegenwoordigen toestand, de kans wel eens zou kunnen bestaan dat de Commandant als zoodanig be dankt, en dan zal de gemeente daarvan nadeel ondervinden. De Voorzitter zegt tegen den heer van Doorne dat de Commandant niet heeft te zorgen voor het materieel.De gemeente heeft de zorg daarover, en deze stelt het materieel ter beschikking van de brand weer. Wanneer de Commandant bezwaren heeft, dient hij zich tot B. en W. te wenden. Spreker veronderstelt dat het hier door verschil lende leden naar vorengebraclite is gekomen uit den boezem der com missie Openbare Werken. De heer van Doorne wenscht de zaak behandeld te zien in een Raadscommissiedie daaromtrent dan rapport kan uitbrengen. Wethouder Koenders zegt dat de reorganisatie toch vanzelf ter sprake zal komen in de commissie Openbare Werken. De heer Busch kan zich ook met benoeming van een aparte com missie vereenigen. De. heer Grootewal wenscht voor dit doel een speciale Raadscom missie. De heer Gasille handhaaft zijn voorstel tot benoeming eener speciale Raadscommissie. De heer Hilhorst meent dat men vertrouwen moet stellen in B.en Wen in den Brandraad, Deze colleges moeten naar zijn oordeel de noodige voorstellen doen. De heer Grootewal zegt dat de Burgemeester de instelling van een Raadscommissie niet moet beschouwen als een motie van wantrouwen. Spreker herhaalt nog eens dat hij de instelling eener aparte commis sie urgent acht. De Voorzitter concludeert uit de gehouden besprekingen dat men de toezegging van B. en W. om spoedig met reorganisatieplannen te komen,/Spreker deelt mede dat B. en W.na gehouden overleg besloten hebben hun voorstel te handhaven, Men dient in het College vertrou wen te stellen. niet vertrouwtpe heer

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 614