11 Februari 1926--- 17.
De heer den Bliek licht nog een en ander omtrent deze zaak
toe die hem bekend geworden is. en zegt dat de heer Yeenstra nog
p-epóogd heeft uit te maken dat de huurwaarde f 395,- zou bedragen,
hetgeen uit het aanslagbiljet in da Personeele Belasting zou blij-
ï'keru Burgemeester en Wethouders schijnen een andere meening toege
daan te zijn.
De heer Doorman acht het wenschelijk een bepaling op te nemen
in het besluit dat de verhuur zal geschieden voor den geheelen
ambtsduur van de tegenwoordige bewoners, en dat de huur mede zal
eindigen, indien de woning in zoodanigen toestand komt te verkee-
ren, dat deze naar het oordeel van B.en W. niet meer voor bewoning
geschikt is.
De Voorzitter zegt dat bij den heer Veenstra een misverstand
bestaat. Deze is van meening dat voor het genot van zijne woning
moet worden afgehouden het bedrag (i.c.f 395,-) waarnaar zijn aan-
islag in de Personeele Belasting is berekend. Dit is evenwel onjuist
J daar voor het gebruik der woning in rekening moet worden gebracht
de huurwaarde naar art.10 der Wet op de Personeele Belasting, indien
deze n.1. minder bedraagt dan 15^ der genoten bezoldiging, hetgeen
hier niet het geval is. Immers de huurwaarde in art.10 bearaagf
f 650,- terwijl 15/4 der jaarwedde slechts f 534,60 uitmaakt.
De heer Busch zegt ook niet accoord te kunnen gaan met het voor
stel van B. en W.
De heer van Doorne wijst er nog op dat de diensten, welke de heer
Veenstra voor de gemeente verricht, niet weinig zijn. Wat de verge
lijking der woningen betreft, vestigt Spreker er de aandacht op dat
de stand zeer verschillend is. De stand van de Beetzlaan is veel
minder dan aan de Kerkebuurt. Voorts is aan de Beetzlaan zeer erger
lijk dat in de onmiddellijke nabijheid van de woning steeds gevoet
bald wordt, waarbij een liederlijke taal wordt gebruikt, zoodat de
heer van Wely genoodzaakt is zijn ramen en deuren te sluiten.
Wethouder Endendijk zegt dat dit bezwaar wel opgeheven zal
worden indien het hier bedoelde terrein, dat thans gebruikt wordt
als voetbalterrein, geëgaliseerd en daarna bebouwd wordt.
De heer Busch geeft in overweging een bord "Verboden toegang"
te plaatsen.
De Voorzitter doet hierna voorlezing van het ter secretarie
berustend rapport, dd10 November 1928, betrekking hebbende op de
ze zaak.
De heer den Bliek kan niet met den gedachtengang van den Voor
zitter meegaan. Het vorig jaar was het perceel een ambtswoning.
Misschien is de woning thans geschat als een particulier huis.
Wethouder Endendijk betoogt dat een algemeene herschatting
heeft plaats gehad. Aan den heer Veenstra kan krachtens de wet geen
extra vergoeding toegekend worden voor de werkzaamheden en diensten,
welke hij voor de gemeente verricht. Daarom werd door B. en W.thans
het aangeboden voorstel gedaan.
Na eenige discussie wordt ten slotte in stemming gebracht het
voórstel van B. en W. tot het onttrekken van het karakter van ambts
woning aan de in het voorstel genoemde drie onderwijzerswoningen.
Dit voorstel wordt met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden
de heeren van den Breemer, den Bliek, Grootewal, van Doorne en
Busch.
Vervolgens wordt in stemming gebracht het voorstel van B. en W
tot het verhuren van de in het ontwerp-"besluit bedoelde onderwij zers-
igen tegen de daarin voorgestelde bedragen en voorwaardenaangevuld met
het amendement van den heer Doorman,om te bepalen dat de verhuur
zal geschieden voor den geheelen ambtsduur der tegenwoordige bewo
ners, en dat de verhuur mede zal eindigen indien de woning in zoo-
danigen